Laatste Reacties

for (): Hello!
cheap (Weird Science Rev…): Hello!
Paul (De steden van BC:…): I do consider all the ideas you…
Michael (Rupskraan Juliana…): Thanks again for the blog post.…
viagra (Koninginnedag in …): I’m truly enjoying the design a…
viagra (Koninginnedag in …): Thanks for sharing it

Linkdump

Nieuw ! Nu ook stroom uit ijzer !

Eindelijk mag ik zeggen waar ik zoal mee bezig ben..

Ontsnapt..

Kennelijk waren wij net op tijd de VS weer uit..

Links

he ! keal was er ook weer..
putje..
digilin..
sargasso..
boingboing..
dolphin..
pukkiemukkie..
double yo..
fokke en sukke..

Archieven

01 Jan - 31 Dec 2011
01 Jan - 31 Dec 2009
01 Jan - 31 Dec 2008
01 Jan - 31 Dec 2007
01 Jan - 31 Dec 2006
01 Jan - 31 Dec 2005
01 Jan - 31 Dec 2004

Kalender

Stuff

Powered by Pivot - 1.40.7: 'Dreadwind'
XML: RSS Feed
XML: Atom Feed

About



borrelpraatje: de borrel op sterk water en in zwaar weer, maar ook sterke borrels op zwaar water en zware katers op sterke borrels





Iv's WISH-LIST (bijna jarig!)



# Kameleon URC8308

# Nederlandse vlag voor op de Borrel

# Trui voor de chill-out na het sporten (soort trainingsjastrui zeg maar, zwart)

# Rory Gallagher DVD

# Frost DVD

En natuurlijk de Spock's Beard Boerderij DVD..



Grotere kaart weergeven

Jawel - en géén nat pak !

In de kalverpolder was het vandaag heeel erg goed toeven. Zonnetje, ondergelopen landje, weinig wind en door de vroegte niet al te druk. Eigenlijk was ik nog een beetje griepig maar daar kon best een schaatskoortsje overheen. De meiden waren eigenlijk uit logeren om naar de film te gaan met opa en oma, maar die belden al vroeg op dat het eerst tijd was om de schaatsen uit de kast te halen. Morgen Bannetocht ?

Let even op: dit is pootje over rechtsom !: 

Verkeerd om..

In Beverwindia..

Pfoei..

Dat scheelde niet zo veel.. twee weken geleden voelde ik me toch wel veilig daar. Ze hebben detectiepoortjes bij de ingang, politie voor de deur.. maar dat bleek niet veel waard tegen een bende piraten. Het komt wel dichtbij zo. Ook tijdens de aanslag waren indische collega's die ik vorige week nog sprak in het hotel, gelukkig zijn ze ongedeerd. Wel ligt het zakenleven er even stil, zijn de straten leeg (!) en is iedereen onder de indruk. En boos ook, op de politie, de regering.. Nog een hoop te doen in India. 

Yes sir no sir

Zeven vluchten in zes dagen, vijf verschillende hotels, drie bedrijven op vijf lokaties -  het was wel een beetje vol schema. Zelfs mijn zeer ervaren reisgenoot ging het niet in de koude kleren zitten. Ik heb voornamelijk met open mond en grote ogen om me heen gekeken. Dit had ik niet verwacht. Niet kunnen verwachten.

Er zijn echt overal mensen, als je het in één woord moet vangen is "krioelen" wel een aardige keus. Maar ze zijn ook erg aardig. Arm of rijk, belangrijk of uit de onderste kaste. India is een indrukwekkend land, een overweldigend land, met grote contrasten en een levendigheid die nooit tot stilstand komt (in de steden dan, op het land ben ik niet geweest helaas). Of je nou op het heetst van de dag of het holst van de nacht op straat komt, er wordt verkocht, gebaard, getoeterd, gepraat, getoeterd, vooral nog getoeterd, er bruist activiteit. En ten behoeve van het contrast wordt er ook een hoop niets gedaan. Je ziet heel veel mensen die een baantje hebben of verantwoordelijk lijken te zijn voor iets dat vooral bestaat uit wachten op de dingen die komen gaan.

Bijvoorbeeld op vliegvelden, waar taxis komen waar bagage in zit die ongetwijfeld heel erg zwaar is en de vermoeide reiziger uit handen dienen te worden genomen. Mischien heeft ie er wel een fooitje voor over, zeker als je hem vertelt welke balie je moet nemen.

Bijvoorbeeld in hotels, waar mensen in de restrooms staan te wachten tot ze de kraan voor je kunnen opendraaien zodat u uw handen kunt wassen, sir, terwijl ik het zeeppompje bedien, sir, en deze handdoek voor u gereed houd, yes sir. En waar een ander je gewoon alleen maar groet, of je bordje met je ontbijt achter je aan brengt. Hoffelijkheid all over de place dus.

Nou ben ik niet bepaald in het gemiddelde India geweest vermoed ik. Het ging hier om een reis op een businessvisa, het project is van forse omvang en de belangen groot, en het leek wel of achter de schermen er voor gezorgd was dat wij in de watten werden gelegd. Zo heb ik gegeten in het paleis van de Maharadja (in Bangalore), geslapen in de Taj Towers (in Mumbai), te gast geweest in de Beldih business club (Jamshedpur), vioolorkest gehoord in de Sonar (Kolkata) en eigenlijk begon het grote knipmessen al in Delhi, waar we slechts een tussenlanding met overnachting hadden. Dit deel van India is het leuke deel, waar alles voor je geregeld wordt als ware je het middelpunt van het universum. Slechts het raampje van de auto-met-chauffeur die ons de hele dag ter beschikking stond scheidde ons van dat andere India, waar het perspectief bestaat uit overleven of iets beter overleven. In Mumbai ben je officieel al niet arm als je 450 roepies verdient (ongeveer 6 euro) per maand. Maar ja, slapen op de stoep kost toch niets, en als je geen waterkraan hebt hoef je daar ook niet voor te betalen.

Het systeem van de kasten is officeel afgeschaft, uithuwelijken gebeurt in de steden al minder, en daar lijkt ook wel een heel grote groep mensen te zijn die enige redelijke vorm van bestaan hebben. Dat klinkt niet als of hetgoed gaat, maar dat doet het wel. Dit is een land dat satellieten naar de maan stuurt (zojuist succesvol aangekomen), dat een behoorlijk aandeel windenergie heeft, dat met cricket wint van Australie, dat nog plattere films maakt dan hollywood, dat tegen piraterij beschermt in de arabische zee. Een succesvol land.

Het India van het land, van de tempels, van de kama sutra, die heb ik allemaal niet gezien. Misschien komt dat nog wel eens. Ik hoop het. Het India van de metropolen vond ik een goed begin. Een paar plaatjes dan nog:

Neem vooral genoeg reservebanden mee: 

Business op een vierkante meter: 

Extreem rustig straatbeeld: 

Souvenirs kopen in een winkeltje: 

In de Taj in Mumbai, dit is de gang waar de kamers op aansluiten: 

Op een bouwlokatie, gelukkig aan begeleiding geen tekort:

Er is er één jarig hoera hoera

......dat kun je wel zien dat is zij!

Leuk....geloof ik, maar wat moet ik er mee?!              

Lieve Iris, het is maar wat je liever heb...een fiets of een step...

                          En het is geworden.......de step........en in het voorjaar de fiets!   

Lieve Iris we zijn heel blij met je, dikke kus pappa, mamma en je zusjes!

Zo. Die is goed met krabpalen..

Jaaa! De krabpaal maken is toch een tijdrovend klusje en dus was ik erg blij dat er dankbaar gebruik van wordt gemaakt! Ze hebben het ontdekt, en ze zijn al bovenin geweest ook. Van nul tot twee meter tachtig in 10 sprongen..

verdriet en geluk liggen dicht bij elkaar...

Zo ging na bijna twee weekjes logeren de poes van mijn collega Eric vrijdag weer terug naar zijn plekje in het Kalf. Wat was dat weer gezellig zo'n lieve stevige poes bij je op schoot tijdens As the World turns....

Die zelfde vrijdag ging het met Stip, R's cavia van ruim zes niet zo best. Hij had het moeilijk met ademen en kon zich ook niet meer zo gemakkelijk verplaatsen. Ik waarschuwde R. dat dit wel eens snel afgelopen kon zijn. En ja hoor, zaterdag ochtend vond Iv. hem dood in zijn kooi.

Het verdriet van je kinderen doet een moeder huilen. De meiden namen het goed op, R. had er wel vrede mee en zo werd er aan het eind van de middag weer een beestje in onze tuin begraven. Dit keer niet onder de Rodondendron, de grond daar raakt ietwat verzadigd.

En vandaag, vandaag was er weer plaats voor intens geluk! Heel gelukkig zijn we met onze drie kleine wondertjes die nu moe van alle indrukken liggen te slapen in hun bench. Ja, er liggen er echt drie, maar die kleine rode gebruikt zijn zusjes graag als kussentjes! Morgen mogen ze hun wereldje hier gaan ontdekken door lekker in huis te gaan rondbanjeren.

Gezinsuitbreiding..

Heel even was het een geaccepteerde situatie - een poezenloos huis. Vanwege de vakantie. Maar al in Canada kregen we een mailtje van Superkatten.nl met een foto van een rooie en een zwarte, net geboren. Gereserveerd, dat wel. Voor ons. Nog drie weken, dan moet de nieuwe krabpaal klaar zijn. Vandaag zijn we alvast even wezen kijken. Aan het nog niet vergeven zusje konden we geen weerstand bieden, dus binnen kort hebben we er weer drie. Geboren op 5 juli hebben we ze vernoemd naar de plek waar we toen waren. Zijn ze niet liev ?

Hopewell:

Fundy:

Tadousse:

GoCanada

Tjonge. Het was wel een hele indrukwekkende trip. In 5 weken hebben we 7 van de verenigde staten aangedaan, 5 van de Canadese provincies, 7 keer de klok gelijk gezet over in totaal 5 tijdzones, ongeveer 6500 km gereden en 2,5 keer zoveel gevlogen, bijna 1000 l benzine verstookt, 10 hotels en 16 campgrounds gezien, 4 nationale parken en 7 grote steden bezocht, gespeeld in het water van 2 oceanen, 3 zwembaden, tientallen meertjes en riviertjes, 7 uur video en 4000 foto's gemaakt en slechts 1 pak marshmellows (bijna) opgegeten - ze waren erg lekker maar het was een groot pak..

Canada en verenigde staten: Bedankt voor de gastvrijheid.

De steden van BC: Victoria & Vancouver

Dinsdag 29 juli in Tofino Kruipen we al om 7 uur het bed uit en rijden om kwart over 8 weg; het is een heel eind naar Victoria en het regent. Dat wordt nog wat, denken we, op die hobbelige bergweg terug (er is maar 1 weg). Het blijkt echter wel mee te vallen en we schieten lekker op, echter niet zonder op te letten: een beer een beer een beer!!

En jawel hoor, langs een smal bergweggetje zien we een beer omhoog scharrelen, die even omkijkt wat er zo’n lawaai maakt maar verder gewoon zijn eigen gang gaat. Helaas is het weggetje te smal voor camper en uitstappen laten we wel uit ons hoofd, dus als hij de hoek om is rijden we door en komen mooi op tijd om 1 uur aan op de camping in Victoria aan. Dit is een camping die geografisch gewoon in het centrum ligt, alleen wel aan de verkeerde kant van de haven. Daar staan we mooi op een rijtje in de middencirkel en het weer begint een beetje op te klaren. We zouden met de toeristische ferry over kunnen naar het centrum, maar de bus is ook leuk, bovendien een stuk goedkoper en waarschijnlijk ook sneller. Hele aardige mensen wijzen ons waar we eruit moeten, weten zeker dat de rockies veeeel hoger zijn dan de Alpen en we laten het maar zo.

 Victoria is een relaxte stad. Veel coole winketjes, we zijn bijvoorbeeld in een winkel waar ze alleen maar stripboeken verkopen en een winkel waar ze alles hebben van heldenfiguren. Hier is ook de regering van British Columbia, heel veel toerisme en verder lijkt het gewoon een goede plek om te leven. We eten in een lekker steak restaurant en we komen precies op tijd bij de bushalte aan voor de bus terug. Woensdag 30 juli in Victoria We worden wakker met redelijk weer en we zijn al snel, voor tien uur, onderweg, zodat we om half elf al in de rij staan op Swartz Bay voor de boot naar Vancouver – Tsawwassen. De overtocht is spectaculair, de grote veerbot vaart door smalle zeestraatjes tussen een deken van eilandjes door met huisjes op steile kusten. Tussen de eilandjes is een ruige stroming door de getijden. Het is best lekker weer met een zacht fris windje, maar we zien geen walvissen of dofijnen buiten.

Binnen eten we een burgertje met friet en na anderhalf uur gaan we met alweer naar de autodekken en wachten tot de klep van de boot opent. Daarna is het nog maar een klein stukje naar Vancouver en zonder al te veel problemen vinden we via Oak, Granville en Capilano de Capilano Canyon met de beroemde hangbrug. Zo vlak bij de stad blijkt dat ze ook wel weten wat commercie is want het parkeren kost al geld en de toegang mag er ook zijn, 100$ voor het gezin. De brug zelf is leuk, hij blijkt een beetje te wiebelig voor A. die er letterlijk naar van wordt, dus na tien meter besluit ze wijselijk om maar terug te gaan. Met zijn vieren lopen we door en vinden aan de overkant een leuke houten cakewalk die de cliffhanger trail wordt genoemd en een paa hangbruggen van boom naar boom (de treetop walk). Maar zo na al die grootse, echte natuur is dit toch een beetje onwezenlijk, het is te toegankelijk, hoewel de bomen en de canyon wel degelijk echt zijn.

We gaan er maar even in mee, kopen een ijsje en fudge voor thuis, en dan zoeken we de campground op. Die ligt ingesloten tussen de capilano River, de brug, Marine Drive en de spoorkade naast de Fraser River, maar biedt een goede overnachtplek mét een echt zwembad (helaas geen wireless hier). De meiden maken hier Hollandse vrienden en zwemmen lang door, tot het donker. We eten kipvingers uit de oven, op de laptop kijken we pirates of the caribbean (at worlds end) en het is al donker als we onder de wol kruipen in de regen.

 

Donderdag 31 juli in Vancouver 

Regent het en ruimen we eerst maar eens de camper op. Alles inpakken, zodat we daarna de stad in kunnen. We kunnen namelijk met Cruise Canada geen afspraken maken over een schappelijk inlevertijdstip en zullen morgen dus vroeg op moeten. Ook hebben ze geen luggage storage en we zoeken dus naar een andere oplossing. Alle telefoonnummers en mensen die we vragen geven echter niet thuis en voorlopig blijft dit dus een op te lossen uitdaging. In de stad echter helpt op de reisafdeling van Sears een hulpvaardige werknemer ons aan het telefoonnummer van het wel degelijk bestaande bagagedepot op de luchthaven en hebben we al snel het plan rond. In de stad lopen we Robson af, Granville en hier en daar een zijstraatje. We zien aardig wat winkels die we in Nederland ook kennen, maar ook een heleboel leuke andere, kopen nog een spijkerbroek voor R. en wat kadootjes, bijna kan I. nog naar de kapper maar die had net geen stoel vrij. Bij Sears kopen we een i-pod voor A. Bij Sony kopen we toch maar niet de nieuwste HD camera (tja, die memory-stick). We steken de hele Granville Bridge over naar Granvile Island, waar we aan de jachthaven onder de terraskachel dineren; een lekker stuk vlees, burgers en kipvingers en een zalm. De heenweg met de bus was leuk, maar terug nemen we de taxi, wat 25$ kost tegenover 15$ voor de bus – het OV is hier wel aan de prijs. Als we terug zijn gaan we lekker slapen – voor de laatste keer in de camper!

  

Vrijdag 1 augustus in Vancouver 

Hebben we de wekker gezet om 7 am maar om kwart over zes staan we al voorzichtig op en zetten een bakkie koffie. De laatste. We eten het laatste brood en de laatste koekjes. We gooien veel eten weg – de saus, de mosterd, een bijna hele fles teryjaki, jam, spaghetti, .. het is allemaal nog goed maar wie wil het hebben ? Wij hebben geen zin om te zoeken naar een afnemer. De prullenbak dus. En we pakken alles wat nog los overblijft in. De handbagage pakken we in de zwarte kapotte tas die nu overblijft, zodat het wat makkelijker is op de luchthaven. Om 8 uur rijden we naar de laatste strontdump en om kwart over acht zijn we op weg.  Eerst volgens plan naar de luchthaven, international arrivals, waar ze een bagage storage service hebben. We rijden over bekende wegen: W. Georgia, Granville, Oak, de 99 en we vinden de goede plek makkelijk.  Even parkeren blijkt makkelijk, we kijken of we al kunnen inchecken maar Air Transat is nog niet aanwezig. Dus voor 36$ laten we twee karren bagage achter voor en paar uur en rijden naar de River Drive voor de laatste tankbeurt, lozen in een gootje nog de laatste plas en om half elf draaien we de parkeerplaats op van Cruise Canada.  Daar moeten we wat extra km’s betalen maar verder is alles ok, de eerder betaalde service fees voor propane en afvalwaterdump worden keurig via de visa gerefund. We vinden een Duits stel dat voor 70$ de parkpas overneemt, springen in een taxi en laten ons voor 45$ terugbrengen naar Grandville Island.  Daar ontkomen we niet aan een voortgezet bezoek aan de Kids Market, en daarna slenteren we wat door een variëteit aan boetiekjes en winkels en kopen kadootjes voor thuis. Op straat worden we verrast door een engelse straatartiest die piepschuimen bekers op zijn voorhoofd stukslaat en daarbij handig de spijker in één ervan omzeilt. Hoorde de publieksassistente er dan toch bij ?

In de Public Market zoeken we naar scrambled eggs  voor de lunch maar die zijn er na elven niet meer. We eten allemaal wat anders. De Public Market is een hele bonte verzameling van eetstalletjes en muzikanten die een centje proberen te verdienen.  Vanaf Granville laten we ons met een waterbus overzetten naar een ander gedeelte van Vancouver, waar wat hippere winkels zouden moeten zitten. Er loopt wel hip volk, maar de winkels vinden we niet; al door lopend komen we dus weer op de kruising Robson/Granville, waar we in de Future Shop toch maar geen Canon Full HD video kopen maar wel nog wat accessoires voor de i-pod.  Dan is het al bij vijven. Na een klein kwartiertje vinden we een lege taxi, die ons zonder files naar de luchthaven brengt, waar we eerst de karren met bagage ophalen en dan aansluiten in de rij voor de incheckbalie. Dat duurt een uur, we blijken geen overgewicht te hebben, waarna we door de douane denken te lopen, maar ook daar staat weer een lange rij. Dit is geen schiphol, waar ze tientallen scanbalies hebben; hier doen ze het met drie poortjes voor het hele internationale verkeer.  In de lounge hebben we nog net een uurtje om te eten en i-tunes te downloaden via de wifi, zodat de i-pod in het vliegtuig gebruikt kan worden. Die gaat precies op tijd weg. We hebben 43A t/m E, naast elkaar bijna achterin. Tot Calgary is de voorste helft nog leeg, maar in Calgary wordt elke stoel bezet en volbeladen vliegen we een lange dag/nacht naar Amsterdam. I. geeft nog over van de slaapmisselijkheid, A. heeft migraine, het duurt erg lang en gaar stappen we uit; maar de ontvangst is goed! Bedankt Keal voor het heerlijke avondontbijt!

Vancouver Island - Pacif Rim

Zaterdag 26 juli in Qualicum Bay 

Wordt er nog snel even gezwommen en gedoucht, en rijden we om een uur of 11 van de camping af richting Tofino, via Port Alberni en de Cathedral Grove. Dat is een stukje woud waar bomen staan van 800 jaar oud, de dikste hier heeft een diameter van 3 meter.

We verbazen ons een paar uurtjes over dit regenwoud en rijden dan door naar de westkust, via higway 4 die meer doet denken aan een achteraf bergweg vanwege de hobbels, versmallingen, gaten, bochten en steile stukken. Mooi dus. Wel schieten we niet op en zitten toch weer lang in de auto.

Bij de splitsing Tofino / Ucluelet vragen we bij het infocentrum naar campgrounds, we willen eerst richting Ucluelet. De campground die ons werd aangeboden is weer een parkeerplaats naast de visafslag waar zo te zien alleen visfanaten staan, daar hebben we geen trek in. De andere campground in Ucluelet, die dus ook zo heet, had nog wel een unserviced plekje, dus die hebben we genomen. Je betaalt hier wel al echte toeristenprijzen 45$ voor de plek en 3$ voor een douchemuntje.  Aan de andere kant van de schutting waar tegen wij stonden was het Ukee festival aan de gang, met plaatselijke heel beroerde bandjes. De afsluiter klonk wat beter, en na een wandeling langs de haven met een vriendelijke “where are you from” gesprekje sliepen we lekker. 

Zondag 27 juli in Ucluelet 

Worden we wakker van krijsende vogels, ontbijten we en kijken we nog even rond of er wat te beleven valt. Dat valt tegen, hier staan eigenlijk alleen maar huisjes en wat vage geveltjes van walvistochten of vischarters. We rijden dus richting Tofino, door het Pacific Rim park en stoppen bij de trail naar Schooner Cove. Hier lopen we langs een houten boardwalk van een kilometer naar het strand. Je stapt zo uit het regenwoud het strand op, de overgang is abrupt. Het uitzicht is hier beter dan het balkon van de overbuurman! We vinden mooie  schelpjes, vreemde anemoon-achtige diertjes/plantjes, krabben en een mensendrol. Geen gympies met voeten erin (die waren de afgelopen maanden al zes keer gevonden op het strand..). Het water is lekker genoeg om met je voeten in te lopen, maar een beetje te koud om in te zwemmen. Ook het windje is fris, in de wind hebben we truien aan. In de luwte bij de bosrand is het zand weer te heet om in te staan met je blote voeten. De verweerde bomen, puntige rotsen laten zien dat dit wel een ruige plek is; het lijkt me fantastich om hier een mooie storm te bekijken.

 De campground van Mackenzie Beach heeft nog een serviced spot.

Het verwarmd zwembad is het point of no return en we boeken de duurste plek van de vakantie: bijna 75$ per nacht. Alles is duur in Tofino is de rechtvaardiging. Het is nog vroeg dus we nemen de camper eerst nog mee Tofino in. Daar kopen we slippers voor M., een surfbroek voor Iv., en boodschappen + campertoiletpapier. Grappig dorpje wel. We zien een leuk restaurant, weten nog niet zo goed wat we willen en reserveren dus niet. Jammer; want na gezwommen te hebben in het zwembad van de campground willen we toch uit eten en rijden terug. Vol! Over een half uur hebben we wel weer plek. Dit blijkt echter bijna twee uur te worden die we hangend aan de bar en slenterend door het dorpje doorbrengen. Net op tijd kunnen we tegen tienen aan tafel.. Wel krijgen we de ober zover dat hij de keuken overhaalt om voor I. en M. alleen patat te maken. We eten er heel erg lekker, ze hebben heerlijke zalm, halibot en lamshaas

.  In het donker rijden we naar de camping en kijken nog heel even omhoog naar de sterrenhemel die indrukwekkend helder is. Toch is het zelfs in deze uithoek net helemaal donker meer, buiten. 

Maandag 28 juli in Tofino

We worden wakker van de buren, niet te vroeg of zo, maar het afgaan van hun brandalarm doet ons herinneren aan onze begindagen toen we dat ook tijdens het koken voor het eerst meemaakten. Het weer hier is vandaag nog redelijk, ‘savonds wordt er regen verwacht. In Victoria echter ook en we plannen het laatste deel van de reis met behulp van een wireless internetverbinding. Wat moet je zonder! Nog een extra nachtje hier bij het zwembad, morgen vroeg naar een campground in de haven van Victoria met een makkelijke oversteek naar het centrum, dan met het veer naar Vancouver waar Capilano Campground nog twee nachtjes voor ons vrij heeft, dichtbij zowel Capilano Park als downtown Vancouver. Onze camground van nu ligt ook al weer ideaal: je loopt zo het strand op.

Vancouver Island - Walvisparadijs

Woensdag 23 juli in Nanaimo Genieten we nog even van het uitzicht, ontbijten en douchen, en gaan op pad naar het noorden. Over de ocean-highway 19A zien we hele mooie doorkijkjes naar de zeestraat tussen Vancouver Island en het vaste land, en mooie huisjes van Canadezen die er wonen. Op het strand van een provincal park doen we de lunch, zoeken we schelpen en voelen we het water van de pacific. We zien een wandelende steen (er blijkt een krab onder te zitten).

Om een uur of vijf komen we aan in Campbell River bij de drijvende office van Discovery Adventures om alvast te horen over vrijdag, wat doen we aan, wat moet wel en niet mee? April raadt ons twee campgrounds aan, waarvan de eerste een veredelde parkeerplaats blijkt te zijn; de tweede is een juweeltje in een provincial park. Unserviced, dat wel, maar de fire-ban is hier nog niet van kracht en het perspectief op marshemellows is aantrekkelijk!

We vinden na een rondje rijden een mooi plekje en slaan ons kamp op. Aan de overkant van het pad is een beekje, dat we kunnen bereiken via de plek van Jeff en David. Jeff en David zijn mannen die gevaarlijke stoffen verwijderen in asbestpakken en zodoende het hele land doortrekken. Hier kamperen ze in een tentje, we nemen aan dat ze meestal in een motel of zo zitten. Een average gezin in Canada verdient volgens David een 45k$ en houdt daar 75% van over na belastingen, zij maken makkelijk het dubbele met hun baantje. Na het avondeten kijken we in de schemering nog even naar snelvliegende schitteringen die de waterjuffers van het oppervlak pikken; vleermuizen! 

Donderdag 24 juli in Campbell River 

Hebben we geen haast. Als we wakker worden is de hemel stralend blauw en dat blijft de hele dag zo. Na het ontbijt met aardbeien trekken we onze zwembroek aan en lopen naar het beekje waar we gelukspoppetjes maken: NunChucks, daar worden geluk en goede reis aangekoppeld. Het water is niet zo erg koud, het is kennelijk geen smeltwater.

 De enige dag dat de camper niet van zijn plaats komt en we geen kilometers maken. We lezen, suffen en eten en drinken. Pas tegen het avondeten maken A. en Iv. Een wandelingetje en komen bij de Campbell River bij Tim en zijn vader, die op zalm staan de te vliegvissen. De eerste van de vijf soorten is net aan zijn trek de rivier op begonnen, mag gevist worden mits teruggezet. We halen de meiden op en als er weer éen aan de haak zit, mag R. ‘m wel even “playen”. Wat een kracht!

 

Vrijdag 25 juli in Campbell River

Gaat om 06:25 wekker 1 en om 06:30 wekker 2. Om 06:32 rukt Iv de dekens van het bed vanI. en R. Het kost een beetje energie om de stemming goed te houden maar pijlsnel is iedereen aangekleed en hebben we een broodje naar binnen. Volgens plan rijden we precies om 07:15 de camping af  naar de haven, en we parkeren op het terrein van het winkelcentrum zoals gezegd. We stappen het drijvende kantoortje binnen van Discovery Adventures en maken kennis met schipper Nick, medereizigers Daniel + pa uit Duisburg, Germany, en een stel uit Engeland, die de rest van de reis nogal op zichzelf zijn (niks mis mee hoor; af en toe kijken we om of ze nog an boord zijn of misschien eraf gevallen). Met negen van de twaalf beschikbare plaatsen bezet varen we om 8 uur af, let’s find the whales!! 

Na een paar mijl is het I. die de eerste bewegende dieren ziet, op het land dan wel: herten! Op zich bijzonder want die zien ze eigenlijk nooit van af de boot. We maken foto’s en varen weer verder, allemaal ingespannen het wateroppervlak scannend, hopende de eerste te zijn die iets ziet. Dan is het weer een jong meisje die vinnen boven water ziet: dolfijnen!

Vier dolfijnen spelen heel even met de boot en verdwijnen dan weer snel. De volgende stop komt van Nick, die weet waar je adelaars kan vinden.

Weer even verder ziet R. een wat langzamere, grotere schaduw boven water komen: een Minke whale! Die zijn hier zeldzaam. Hij blijkt echter wat schuwer dan zijn broertjes in Tadoussac, want deze laat zich niet meer zien. 

We kunnen er ook niet te lang op wachten. Over de marifoon komt het nieuws dat de Orca’s die we zoeken vrij ver noordelijk zijn gezien, het is ruim 5 kwartier varen die kant op en we moeten beslissen of we dat willen of niet: natuurlijk!

Onderweg stoppen we nog een keer kort voor dolfijnen en voor adelaars, een zeehondje varen we gewoon voorbij, en net als we bij de grens komen van een voor boten no-go socializing area, waar de orca’s beschermd een paar zogenaamde rubbing beaches hebben, ziet het ervaren oog van Nick er een paar uit komen –in onze richting! De motor gaat uit en op het tij drijven we naar ze toe, terwijl ze op slechts enkele tientallen meters aan ons voor bij zwemmen. Een moeder, een mannetje en een kind – het moet een newborn zijn van de A-familie. Hij is dartel en springt een paar keer boven water.  Dit zijn killer whales van de Northern Residential Orca’s, een groep van ruim 200 dieren die onderverdeeld in kleinere, wisselende groepjes van een dier of 10, dit hele gebied bevolkt. Ze eten alleen vis en geen zoogdieren, in tegenstelling tot de rondtrekkende orca’s die je kent van de zeehondjesjacht. Alle dieren zijn bekend via een natuurbeheersprogramma en er is een catalogus met hun kenmerken, zoals vinnen en vlekken.  En: er zijn er meer van onderweg! We laten deze drie voorbijtrekken en wachten op een volgende groep, die niet lang daarna opduikt: twee keer twee + een groep van 8 orca’s zwemmen sloom tussen onze boot en het strand voorbij. We maken allemaal foto’s en film, de oohs en aahs zijn niet van de lucht en iedereen is onder de indruk van deze statige dieren. Als ze voorbij zijn varen we in een halve boog om ze heen en laten ze nog een keer langszwemmen. Met de motor uit en de watermicrofoon aan is het geluid bijna betoverend.

 Nick belt zijn afspraak af met de oogarts, maar kan of wil het kennelijk niet al te bont maken dus vanwege de lange terugreis kunnen we niet heel erg lang blijven dromen. De boot gaat op volle snelheid naar huis, maar stopt onderweg nog wel om ruim te kijken naar een kleine jonge black bear die vermoedelijk afgelopen winter zijn mama is kwijtgeraakt en nu een vaak geziene gast is op een bepaald strandje. Hij kan nog net niet aan boord springen, zo dicht bij worden we gebracht. Het is een lief klein beestje die goed groeit, hij zal het wel redden. 

Een uur later dan gepland leggen we weer aan in Campbell River, bedanken Nick en zijn back-office, en laden in de camper meteen de foto’s op de computer..

Pass to Vancouver Island

Zondag 20 juli

Worden we wakker en als we zo’n beetje weg willen rijden komt de buurman Keith zich nog even voorstellen. Hij komt uit Vancouver, heeft meerdere malen Canada en andere delen van de wereld doorkruist en we hadden dus toch gisteren even met de harmonica bij hem moeten aan zitten toen hij gitaar aan het spelen was. Keith vertelt ons over Spanish beach, het verschil tussen de routes naar Vancouver via Whistler, Highway 5 en de Fraser Canyon, de onmogelijkheden van parkeren met een kamper in downtown Vancouver en we hebben veel lol. Een beetje globetrotters onder elkaar haha. Uiteindelijk nemen we toch weer laat in de ochtend afscheid en gaan we op weg om in Clearwater te stoppen voor het beroemde Well’s Grey National Park.

Well’s Grey is een gebied me veel geologische historie,onder andere een vallei die tussen twee breuklijnen in honderden meters naar beneden is gezakt tussen de omringende bergen, en veel vulkanisme. Daardoor is ook de waterval mogelijk geworden die ruim 2 keer zo hoog is als Niagara: Helmckens Falls. Het is warm buiten en er vliegen grote horzelachtigen. We krijgen met moeite de kinderen warm voor een ontbering buiten de koelte van de airco. En eenmaal in het zicht van de waterval lopen we een beetje tegen de wet van het afnemend grensnut aan. We zijn verzadigd en hoewel het allemaal erg prachtig is boeit het niet echt meer. Het park biedt minder spektakel dan Jasper en Banff, wel veel educatieve interpretives, maar onder de huidige omstandigheden staan we daar niet echt voor open. Dus we blijven niet, we gaan door naar de route richting Vancouver. We staan een half uurtje in de file voor een ongeluk, en uiteindelijk draaien we 35 km voor Kamloops de campground op van Pinegrove waar we een mooie plek krijgen tussen hoge bomen, naast Neil uit Arizona die met zijn campertje door wil naar het noorden van BC.

 

Hier mogen we geen takken van de bomen afsnijden, en op de grond ligt ook niet veel. Dus kopen we op aanraden van camphost Martine een paar prikkers voor de marshmellows, maar het metaal van die dingen word heet in het kampvuur en ze vallen er dus meteen af. Toch maar een paar takken gezocht dus, waarna het beter gaat. Tot laat werken we borrelpraatje bij via de wireless internet. De muggen jagen ons naar binnen.

Maandag 21 juli

Komen we lekker langzaam op gang, douchen we allemaal en nemen we afscheid van Martine die de camping weer een florerend bedrijf probeert te maken. Vanwege de warmte, het wordt vandaag 30+ bij een stralende zon, hebben we afgesproken op het midden van de dag te rijden in de koelte van de airco. Tot nu toe hebben we steeds te maken gehad met een comfortabele 20-25 graden, deze zomerse temperaturen maken vooral de kinderen echt een beetje lusteloos. Voor het langste deel van de rit tanken we en schrikken maar weer eens van de bill van 200$. We nemen de Fraser Highway die adembenemend genoemd werd en na een paar uur rijden met adembenemend opduikende uitzichten door de canyon komen we bij Hells Gate. Hells Gate is een vernauwing van graniet in de loop van de Fraser River, 33 m breed, maar er moet toch de hoeveelheid water door van twee keer de Niagara Falls! Dat zorgt voor een beetje geweld. Je kan er naar beneden met een kabelbaan. Ook met de trap, maar dat is een behoorlijke afdaling in de hitte. Het kost wat moeite om de meiden uit de koelte van de airco in de hitte van de dag ervoor te interesseren maar dan hebben we een hele leuke trip. We eten hele grote ijsjes en beneden is het goed toeven. Het water is nog steeds ver weg maar indrukwekkend woest. Onvoorstelbaar dat hier eind 19e eeuw een stoomschip omhoog is getrokken door 150 chinezen voor de aanleg van de spoorlijn. Die zorgde trouwens voor instorting van de canyon, waardoor dure vistrappen moesten worden aangelegd om de zalmtrek weer mogelijk te maken. Hoe ze dat hebben gedaan blijft mij een raadsel zonder google.

 

Fris en vrolijk rijden we het laatste stukje door naar Hope, waar Stallone zijn eerste Rambo opnam. Ze hebben er een sightseeing route omheen gemaakt, maar zulke filmfanatan zijn we niet. Wel nemen we wat proviand in en zoeken we een campground op die een zwembad beloofde, maar die ziet er niet uit.

We vinden de campsite van Wildrose leuker. Ze geven ons een mooie plek vlakbij de speeltuin die meteen driftig wordt gebruikt, het zonnetje schijnt nog lekker voordat het achter de bergen verdwijnt en daarna koelt het heerlijk af zodat we de airco niet nodig hebben. We eten pannenkoeken met canadese maple sirup, aardbeien en suiker. Op de laptop hebben we traaaag wireless internet en zoeken we naar campgrounds en whalewatching opportunities op Vancouver Island. We zijn de bergen niet zat of zo, maar je merkt duidelijk de verzadiging van de indrukken. Niemand kijkt meer echt op van nog een mooie waterval, meer of ruige bergtop. We besluiten om snel naar Vancouver Island te gaan en een hele nieuwe fase van de reis te laten beginnen.

Dinsdag 22 juli

Worden we door de andere tijdzone vroeg wakker: om half negen. We doen relaxed een ontbijtje, zonder aardbeien want die zijn gisteren opgegaan op de pannenkoeken.

We starten de laptop weer op om te bellen maar Vancouver Island, en we spreken met een aantal whaletrippers. Onze voorkeur gaat uit naar de oostkust omdat het daar warmer lijkt te zijn en omdat we daar naar verwachting een rustiger zee hebben dan op de open oceaan aan de westkust van het eiland. We schrijven eindelijk de kaarten die we in Quebec al hebben gekocht en we bellen kort met het thuisfront, dat in Frankrijk op vakantie blijkt te zijn. Veel plezier Sas! Uiteindelijk gaan we pas om half één op pad, nadat ook R. nog even met vriendje T. heeft gebeld en Iv de blackwatertank heeft geleegd. Rotklusje elke keer.

Onder weg valt het op dat de bergen in eerste instantie verder van de weg staan, een beetje glooiender worden, je zit er niet meer in, en opeens ook helemaal weg waren. We reden in een vlak landschap, maar opeens bij Vancouver zijn ze weer terug. Dat kan je vanaf de boot heel erg goed zien. Onderweg eten we bij Rickies, we slaan bewust een tiental andere ketens over vanwege de nog vers in het geheugen liggende teriyaki kip ervaring in Calgary. We worden geholpen door een serveerster met Hollandse opa en oma, weer een leuk gesprek, over Hagelslag! Hier te koop in Hollandse winkels. Later in Campbell River zouden we hagelslag ontdekken dat daar verkocht wordt als taartversiering.

Met goed gevulde buiken duiken we de file in. Welgeteld 1 bord met teveel tekst voor de beschikbare leestijd had ons gewaarschuwd voor wat we achteraf als een wegafsluiting begrijpen, en we komen dus noooit meer op tijd voor de boot van 3 uur. Bij 160st str rijden we Greater Vancouver in en bij de volgende oprit weer uit, en tegen vieren rijden we de skyline van Central Vancouver in en aan het einde van de 1 rijden we om 17:20 voor 139$ de ferry naar Nanaimo op. Een hele mooie boot die de Renaissance heet, met drie auto dekken en drie passagiersdekken. Het waait hard bovenop, de temperatuur is wel lekker en we eten nog wat binnen. Als we bij het naderen van Vancouver Island het dek weer opgaan doet A. een grote vangst: een hele school dolfijnen duikt op naast de boot! Zeker een stuk of tien dolfijnen doen hun best om de ferry bij te houden maar die vaart veel harder dus niet iedereen kan er echt goed een kijkje op nemen, al maken ze nog zulke mooie sprongen.

In de wachtrij voor de boot hadden we gebeld met een camping vlakbij de haven en ze hebben een waanzinnig mooie oceanview site voor een nacht voor ons gereserveerd. Als we dit typen worden we door zeeganzen of zo tegemoetgekwekt en vanaf een hoogte van een meter of twintig kijken we de klip af over de baai in de ondergaande zon. In een woord Geweldig.

Ons eilandavontuur begint goed; jammer dat we dat vanwege een campfireban niet met mellows kunnen vieren.

We hebben inmiddels gebeld mat April van Discovery Adventures in Campbell River en gaan vrijdag de hele dag met ze op pad. Het schema is dus wel een beetje veranderd maar daar was het ook voor. Morgen verder!

Rocky Mountains - Icefields Parkway

Disclaimer: we hebben een week gedaan over één van de spectaculairste stukjes weg op aarde. Woorden en foto's tekort om recht te doen aan deze omgeving. Maar toch.

Maandag 14 juli in Calgary Slapen de meiden en dus ook stramme en stijve pa en ma maar liefst uit tot kwart voor elf, en dat te bedenken dat we net weer twee dagen twee uur terug in de tijd zijn gegaan. Onze magen lieten ons dat wel weten en dus gingen er flink wat broodjes met aardbeien naar binnen met de brunch. Vandaag willen we dan toch naar Banff. Het is niet zo ver dus we hebben in de morgen nog tijd gehad om de witte en zwarte was te doen in de laundry room. Per ongeluk maar zeker niet ongewenst komen we uit op de oude snelweg naar Banff, de 1A in plaats van de 1. Deze is rustig, je mag er in het algemeen 90 km per uur maar dat is met de camper wel snel. We rusten even op een kleine P waar ook twee mannen bezig zijn met het meten van thunderstorms, maar vandaag hebben ze niet zoveel te doen. Wij blij! De oudste raadt ons aan om ook een keer een ferry te nemen over een meer heen, in plaats van erom heen. We zullen zien.

 

De rit naar en in de bergen wordt al snel fascinerend, de bergen rijzen op uit de highlands van Calgary. We moeten ons nu al inhouden om niet overal te stoppen en foto’s te nemen.Vlak voor Banff komen we langs de poort van het park, maar omdat we de toegangspas van een Duitser hebben overgenomen voor half geld rijden we gewoon door over de daarvoor bestemde vrije baan, lachend de file voorbij (van wel zes auto’s). In Banff vinden we al snel de Tunnel Mountain campground, waar al een file campers staat te wachten. Er is nog een mooi plekje voor ons op nummer 627, waar we meteen onze eerste wildlife-encounters van de rockies tegenkomen: grondeekhoorns. Ze zijn zo schattig, het zijn net stoktstaartjes zoals ze steeds rechtop blijven staan en om zich heen kijken. Razendsnel, maar ook niet echt mensenschuw dus ze laten zich fotograferen.

Tunnel Mountain is een echte RV-camground met etages, nette full-hook-up pull through plaatsen, zonder winkel (althans I. en M. konden er geen vinden). Vooral de grote campers zijn volledig selfsupporting, in de kranten hier wordt geadverteerd voor grote RV’s met generator, wasdroogtoren en king-bed voor 75k$.We hebben spaghetti gegeten en toen was het alweer donker.

Dinsdag 15 juli in Banff hebben we in Banff even moeten zoeken naar een supermarkt, maar omdat het maar een klein plaatsje is met enkele duizenden inwoners vonden we die snel. We kochten er een kaart van het eerste deel tot aan Lake Louise en hup – op weg. Nog steeds de 1A, die tussen zeer spectaculaire bergpartijen, meren en riviertjes door gaat. Steeds stoppen we bij een viewpoint.

 

s’Avonds willen we in Lake Louise een plaats op de camping aldaar, maar die is dus stampvol. We draaien om de wachtende rij campers heen terug naar het stadje en vandaar besluiten we om eerst nog naar het Lake Louise zelf te gaan, in de avondzon. Het meer is erg mooi, een fascinerende kleur water, dat komt door de erin opgeloste kristallen die door het smeltwater worden meegenomen. Het varieert dan ook een beetje met de seizoenen. Op het uitkijkpunt is het druk met andere toeristen, alle nationaliteiten zien we er weer terug. Er zijn trails naar andere hoeken en uitkijkpunten, maar daar is het voor ons een beetje te laat voor.

We besluiten te gaan slapen op de overflow, een stuk grond speciaal bedoeld voor late gasten die niet meer op de reguliere camping terecht kunnen. Er staat een gat in de grond voor je behoefte en een hek omheen tegen de beren. Geen flauwekul, die zijn er echt, ze komen af op de resten van de kampeerders; later zouden we er zelf een zien en in Jasper werd er met een geweer door een ranger eentje terug het bos in gejaagd.

  Het systeem werkt met zelfregistratie, je vult een envelopje in en met geld, die gaat in een bus en daarmee heb je jezelf het recht verworven om een nachtje te blijven. Ons veldje bleef rustig en we hebben heerlijk geslapen, ondanks de muggen die ons beletten om lekker buiten te zitten. De meiden hebben nog stokken geslepen voor marshmellows, maar hebben daarvoor in bulten de prijs betaald. 

Woensdag 16 juli in Lake Louise 

reden we zo vroeg we wakker waren de camping af naar Lake Louise om te tanken, en bij de toeristeninfo parkinformatie te halen. We hebben speciaal camper-wc-papier gescoord en roadmaps. Dat tanken is echt nodig, want tot aan Jasper een kleine 300 km verderop is er maar 1 pomp en tja, die zal je maar missen, dan zit je zonder. Geen GSM bereik en de volgende telefoon is 20 mijl verderop. De avond komen we op een onbemande dus weer self-registered campground aan: Waterfowl Lake. Een idyllische plek aan een kabbelend riviertje, wel weer met veel muggen, maar het lukt ons hier wel om lekker buiten een kampvuurtje te maken en marshmallows te eten. Die zijn wel verdiend na onze hike over de trail naar Chephren lake, door modderige en wortelige paden en met steile klimmen erin. Maar de beloning mag er weer zijn: een geweldig meertje met geweldige vergezichten. Het is een populaire trail, we zijn diverse mensen tegengekomen en zelfs een fietser! 

 

Donderdag 17 juli op de Waterfowl Campground 

halen we de was van de lijn, hij is nog niet helemaal droog, maar tegen de middag willen we toch deze mooie plek verlaten om verder te trekken richting Jasper. We stoppen nog maar eens bij een mooie waterval (en diverse fotogenieke plaatjes). 

Een uur later rijden we verder en kort na de middag staan we opeens oog in oog met een hele echte gletsjer! Dit is de Athabasca gletsjer van het Columbia Icefield. Elk jaar vallen er mensen in de scheuren en niet al te lang geleden is er nog iemand in omgekomen door bevriezing, dus zonder gids doen we niet gek en blijven dicht bij de rand. En die is al indrukwekkend genoeg, zeker tijdens de onweersbui met hagel die we op onze tetter krijgen, waarna overigens ook de zon gewoon weer vrolijk begint te schijnen. Het weer verandert hier snel! Er valt hier zo’n 7-8 m sneeuw per jaar. De gletsjer is meer dan 30 m dik, onder de druk wordt het onderste laagje een beetje vervormbaar en daardoor komt het hele zaakje met 12 cm per dag naar beneden. Het smeltwater loopt onder de gletsjer door en verandert in een kolkende massa die de berg afstroomt en overal zijn slijtageslag met de rotsen levert. Het ijsveld van columbia wordt omsloten door elf bergen en voedt zes gletsjers, waarvan je dus onder andere de Athabasca gletsjer kan zien vanaf de highway. Het smeltwater kan hier naar drie oceanen: de pacific, de atlantic en de arctic (de noordelijke ijszee dus). De laatste jaren is de tong aanzienlijk korter geworden, wat uiteraard met global warming in verband wordt gebracht. Overal in dit park zie je oproepen om de impact van je bestaan (in elk geval op dit park hier) zo klein mogelijk te maken.  

We slapen op de self-registration site van Honeymoon lake, waar we kennis maken met Solo, een puppy van 6 weken oud, en waar we verrast worden door landgenoten die het presteren om in een zee van ruimte letterlijk boven op onze lip te gaan zitten.

Onze kleren ruiken nu naar hun pannenkoeken. Na een maaltijd met hamburgers en gebakken aardappels maken we weer marshmellows en we liggen er deze nacht vroeg in, even na tienen. Honeymoon lake is een prachtig, ondiep meer, omgeven door hoge bergen, met bloedzuigers erin. Het is lekker aan de waterkant. In de ochtend drijven er langzaam flarden mist overheen en als de wind even weg is is het zo vlak als een spiegel. 

Vrijdag 18 juli op Honeymoon lake 

willen we ook vroeg rijden en het lukt ons om voor tien uur weg te rijden. De eerste stop zijn de watervallen van Athabasca, waar we heel erg goed hebben kunnen zien hoe de erosie zijn werk doet.

We komen alweer een paar mensen tegen die we al eerder gezien hebben, we kijken er nu eigenlijk niet echt meer van op. We rijden langs klinkende namen, die je kent uit de cowboyboeken; hier waren vroeger belangrijke handelsposten gevestigd die bijvoorbeeld de handel in bont en pelzen groot maakten, ook goudkoorts heeft hier op sommige plaatsen gewoed. Vlak voor Jasper reserveren we alvast een plekje op de site van Wapiti camp ground want we willen heel graag een nachtje aan de elektriciteit om alle accu’s weer op te laden. Dat blijkt hard nodig later op de dag. Een paar honderd meter verder staan we op de rem voor twee wapiti’s die met hun fluwelen geweien onverstoorbaar in de berm staan te grazen. We genieten er van, rijden met de beesten mee, achteruit, vooruit over de vluchtstrook. Al snel trekken we de aandacht van andere automobilisten die ook stoppen, en als er eentje uitstapt om foto’s te maken is het feestje over en verdwijnen ze het bos in. Wow.

 

Jasper is een knooppunt van rails van de Canadian North, er is een uitgestrekt rangeerterrein waar lange treinen worden samengesteld met dubbellaags containers en andere vormen: tanks, hout, rollen, cement, alles wat je op een trein kwijt kan. Als de diesellocs langskomen sta je te trillen in je schoenen, en aan zo’n trein komt bijna geen eind, ze zijn echt kilometers lang! De parken hier in de rockies zijn ook mede ontstaan na ontdekkingen van spoorwerkers tijdens de aanleg van de eerste trans canada spoorwegen.  Na het inslaan van proviand en souvenirs in het leuke stadje Jasper rijden we door naar Lake Maligne, beroemd om zijn schoonheid. Wij zien er niet zo heel veel van, het zonnetje laat het even afweten. Je kunt zien dat het een mooie kleur heeft, maar het is niet bijzonder anders dan de andere mooie meren die we hebben gezien.

Wel stikt het er van de herten en muggen, dus we doen de geplande picknick maar binnen en we rijden via prachtige plaatjes terug naar Jasper.  Dan zien we vlak voor Jasper een paar auto’s langs de weg stilstaan bij een lodge, meestal is er dan iets aan de hand, en jawel: hier is een beer! We draaien de oprit op, zoeken verwoed naar een batterij die het nog doet en de telelens voor een paar plaatjes, en gelukkig vergeten we niet even goed op te nemen wat hier gebeurt. Een heuse zwarte beer is aan het zoeken naar eten, gadegeslagen door een dozijn paar ogen uit campers, en een ranger probeert hem weer het bos in te sturen. Hij vraagt iedereen netjes na het nemen van een foto door te rijden, want met al die traffic lukt het hem niet. Maar wij hebben nu ook onze beer gezien!! Hij is niet echt heel groot, maar enorm imposant door de soepelheid en wendbaarheid waarmee die honderden kilo’s kracht door de struiken glijden.

 Vol van deze ervaring laten we nog wat treinen, herten en eekhoorns aan ons voorbij glijden, en we eten hamburgers op de camping aan een kampvuurtje wat maar ternauwernood wil branden door de natte boomstammetjes. Gelukkig konden we van een paar Duitsers een Aks lenen want alleen dunne plakjes hout hielden het vuurtje op gang. Om ons heen lopen minstens drie herten en vele eekhoorns, even zien we een hert aan voor een cougar (dat zou het feest kompleet gemaakt hebben zeg), het is vreemd om te merken hoe snel het gewoon wordt om tussen de wilde dieren te zitten als koeien en schapen in de wei. Er is vandaag een beer gespot op de camping, die is weggejaagd door een ranger met een geweerschot.  

Zaterdag 19 juli op Wapiti Camp Ground 

slapen we uit! Als we wakker worden is het al half tien en door de dakluikjes zien we een stralend blauwe hemel. De laatste week hebben we steeds een soort halfbewolkt weer gehad, af en toe zelfs een klein buitje. Geen slecht weer hoor, prima eigenlijk want een graad of 20 is mooi om in beweging te blijven en we hebben steeds redelijk geluk dat het droog en zonnig is als we ergens uitstappen. Op deze camping is een douche en we maken er allemaal lekker gebruik van.  Vandaag sluiten we weer een etappe in de reis af, namelijk die van de Icefields Parkway, en de volgende dagen zijn reisdagen in de richting van Vancouver, dwars door de rockies naar het westen. We kijken op de kaart hoever we willen komen; al helemaal naar Clearwater is toch bijna 300 km en dat is met een rammelbak van trillende borden en pannetjes wel een hele trip. Bovendien hebben we een heel leuk telefoontje met Alison van een van de drie plaatselijke paardenhouderijen, de Rockin’K Stables. Omdat de verbinding erg slecht was besluiten we er gewoon heen te rijden en we worden heel erg hartelijk ontvangen. Het is een kleine stal, vlak naast een grote commerciële ruiterij; maar deze is kennelijk meer een hobby van iemand en de enige twee aanwezige werknemers zijn onmiddellijk beschikbaar om ons een guided tour over de mountain te verzorgen. Het ging natuurlijk om R., maar ook I. wil erg graag mee en dat is geen probleem. M. kan ook wel mee hoor! And you shoud go too, A. En een klein wondertje voltrok zich weer: A. liet zich overtuigen, tekende de waiver en besteeg een paard!

Zo hebben we voor 160$ met zijn vijven genoten van een ruim uur durende private guided tour, met heel gezellige gidsen. Tyler hield Lucy vast met M. erop, daarachter reed I. op Twobit, R. op Flash, I. met zijn toepasselijke cowboy hoed op Breezy en A. reed op Pal. Pal wou dicht bij Breezy blijven en dreigde af en toe in draf te gaan, maar A. had hem goed onder controle, onder de complimenten van Alison die later opmerkte dat ze wel eens moeilijker groepen had meegemaakt. Een prachtige afsluiting van de Parkway-experience. 

Voor het vertrek kopen we nieuwe hamburgers en ijs, we tanken en schrikken ons rot: er gaat wel 115 liter in de tank die nog maar net halfleeg was – dat zou duiden op een verbruik van 1 op 3. Dan snap je wel waarom ze zich hier toch druk maken over de gas-prices. Weer een leuke ontmoeting gehad die begon met het inmiddels vertrouwde ‘where are you from’, dit keer met een gesjeesde student uit Toronto, we hebben het gehad over de verschillen in het social system en de ruimte. Het is hier goed, maar uit dit gesprek proefde ik ook een beetje onvrede over de manier waarop de belastinggelden (toch ook ongeveer het halve salaris) besteed worden. Overal hetzelfde dus. Om half vier vertrokken we richting Clearwater en om 7 uur draaiden we op ruim tweederde van de afstand de camping op van Blue River, zeg maar aan de andere kant van Mount Robson. De bergen zijn hier anders, wel leuk om te zien hoe elke streek zijn eigen karakter heeft. De Icefields parkway ligt aan de westkant van de Great Divide, de bergkammenserie die aan de westflank al het water naar de Pacific ziet gaan en aan de oostkant naar de Atlantic. Nu zijn we aan de westkant. We zien de rode gevolgen van de Pine Beetle plagen. De Pine Beetle is een kever die zich door de bast heen vreet en daar eitjes legt. Het jaar daarop vreten de larven de sapvoerende cellen op en de kanalen die overblijven worden gevuld door een schimmel die met de beetle meelift. Hij heeft het voorzien op de Lodge Pole Pine, die hier ongeveer 25% van de bomen is. Met name oudere bomen zijn vatbaar, maar door een paar zachte winters, droge zomers en het actief bestrijden van bosbranden is de beetle polulatie geëxplodeerd en je ziet nu hele bossen die zijn gestorven. Die worden dan eerst rood en vervolgens ontbladerd. Ze bestrijden het nu door snel de dode bomen op te ruimen, veel jonge aanplant en op goedgekozen plaatsen een vuur aan te steken.  

We slapen in Blue River op een leuke campground met power en wireless internet. De muggen zijn talrijk, evenals de aardige Canadezen; we maakten kennis met Corey, die meeluisterde en meeliftte op het door Iv gekochte password voor wireless internet. Toen dat op zijn laptop wel werkte en op de onze niet, heeft hij eerste een kwartier met ons meegezocht naar de oplossing en toen spontaan R. op zijn laptop op internet laten chatten. Ze zijn met hun twee kleine kinderen even vanuit Alberta een weekje in BC op vakantie, want ze hebben in Vancouver gewoond en vanaf de ferry meerdere malen Orka’s gezien! Met die gedachte eten we pizza en hamburgers en gaan vroeg naar bed.

Calgary Stampede..

Zondag 13 Juli in Calgary Worden we netjes wakker om een uur of 8. Het bed uitklimmen is een crime, zeker als je niet soepel bent maar stram van een harde matras. Omdat de onderkant van de matras gewoon op de bodem ligt van de overhang, was het misschien ook net iets te fris voor de spiertjes. Het koelt hier ‘s nachts toch behoorlijk af. Heel rustig aan wennen we aan deze nieuwe omgeving, op die manier blijft het stressniveau laag. We hebben al een paar keer geconstateerd dat onze ervaring met boot-camperen ons hier behoorlijk helpt, als je alleen maar hotels gewend bent loop je tegen zoveel ongemak in een keer op dat je er gillend gek van wordt. We zijn trots en blij met de kids die het ook weten, we hebben onze manieren zoals de waszak, spaarzaam gebruik van water en stroom, geluid maken etc. Dus rustig aan ontbeten, en het plan gemaakt om naar de Stampede te gaan. Eerst nog een boodschapje doen bij de super, snel nog even drie extra kussens gekocht, en de camper geparkeerd op de parkeerplaats van de mall, naast het station van de LRT, de lightrail hier. Voor 2,50 (1,50 voor I. en M.) kopen we kaartjes en stappen zes stationnetjes later over op City Hall naar Victoria Park, waar de Stampede Grounds zijn. Hoewel er veel mensen op de been zijn oogt het niet druk, hier komt al die ruimte hier weer goed van pas. In alles valt het op hoeveel ruimte mensen hier hebben; geen rijtjes huizen, brede wegen, maar ook: rolstoelvriendelijk, veel loketten en niet dringen.

Bij de ingang van de grounds zijn er veel mensen van de organisatie die van alles willen vertellen over wat er te doen is. Voor ongeveer 40 dollar kopen we toegang, de kids krijgen een kaart mee waarmee ze door personeel naar de lost&found worden gebracht als ze ons kwijt zouden raken, fantastisch geregeld allemaal. Een feestje organiseren kunnen ze hier wel ! Onze eerste stop is bij de Cocacola podium waar ene Tery Stokes optreedt, een hypnotiseur, kennelijk wereldberoemd in Canada en omstreken, want het grasveld zit vol. En terecht. We hebben vreselijk gelachen om de kapriolen die hij mensen op het podium laat uithalen! Je blijft je afvragen hoe hij het doet en of het allemaal wel echt kan zijn, maar leuk is het zeker. Thuis toch eens even youtuben op deze man.

 Vervolgens lopen we maar een stukje verder omdat we van het programmaboekje nog niet veel wijzer worden over de shows die er zijn. Op zich is het boekje wel duidelijk maar we weten gewoon niet wat er achter al die namen zit. Zo blijken bijvoorbeeld de Showgirl Riders een familie paardrijdende boerendochters te zijn die thuis zo hard geoefend hebben met paarden dat ze spectaculaire trucks kunnen laten zien. Geen circus niveau, maar het zijn gewoon mensen die iets kunnen, daar trots op zijn en dat graag met anderen delen. We hebben een T-shirt van ze gehad. Zo spreken we ook Dave en Inge die hun Painting Horses tonen. Ze hebben een farm in de buurt, en nodigen ons uit om een dagje langs te komen. Jammer, niet de goede richting. Ze waren in april in Holland (HierJoegoWeurd) bij hun familiereünie en zo heb je opeens een gesprek. R. was in één oogopslag verliefd op Bitzi, het paard van Dave en Inge. Voor we de Agriculture, zo heet dat deel van de Stampede, verlieten moest ze Bitzi en Dave nog even gedag zeggen. Dave was er niet, wel zijn vrouw Inge wel en omdat R. en M. uit Nederland kwamen (knipoog) mochten de meiden even bij Bitzi in haar stal om haar te knuffelen.

Het middenterrein is een grote kermis waar we voor 50 dollar een paar attracties hebben bezocht. Met kleine kinderen en A. kan je er gewoon niet om heen J en het aantal attracties is ook wel spectaculair, zeg maar bijna Tilburgs. Alleen ze duren heel erg kort, dat is dan wel weer jammer. We eten hamburgers, pizzapunten en grote bekers cola. En: we kopen natuurlijk een hoed ! We hebben nu allemaal en pet die ons past, voor totaal 175$. Mij benieuwen of we ze thuis nog eens dragen!

We besluiten om vandaag nog niet te vertrekken naar Banff maar hier te blijven voor de Grand Stampede Show, de eindshow in het rodeotheater. Voor 58$ kopen we zogenaamde rush-tickets die recht geven op een staanplaats en zoeken een plaatsje tussen de tribunes en de baan. Geweldig leuk! De finale van het vierspanwagenrijden is hier een ding, de winnaar takes hundred grand en oneindige roem. Bovendien neemt de presentator die het dit jaar voor de 46 keer doet (“And the’re off !!”) afscheid, we spraken Calgarianen die hun hele leven nooit een ander gehoord hebben, net een soort Pelleboer (van vroeger, weet u nog?). Aardige mensen weer, we krijgen speldjes en een T-shirt om hun favoriet aan te moedigen. Die races zijn echt spektakel, met veel paarden, ruiters, enorme snelheid, camera’s, schermen en gejuich. Indrukwekkend!

 Daarna wordt het podium naar voren gereden voor de Grand Stand Show. Een mix van rock, parade, illusie, lichtshows, kunst, indianen, operette, cancan, showballet, vuurwerk ontvouwt zich gedurende twee uur. Het zit goed in elkaar en wordt heel erg nauwkeurig en enthousiast uitgevoerd. Spektakel ! Het valt op dat er zoveel jonge kinderen aan meedoen, het valt op dat de Canadezen niet meeklappen maar wel heel erg genieten en enthousiast zijn. We zien Kiss optreden en een of andere doedelzakker die iedereen uit zijn dak laat gaan met zijn trucs. Nummers van Van Halen e.a komen voorbij, aangesterkt door een grote portie humor over zijn Schotse achtergrond en Canadees burger worden. Daar moet je eerst een test voor afleggen. Hij had dus flink op de boeken gestudeerd en moest uiteindelijk in 10 minuten een galon bier drinken, lol.  We worden verbaasd door Cirque du Soleil achtige acts met sterke mannen, trapezekunsten en techniek, en een prachtig gesynchroniseerde vuurwerkshow. Even wordt het koud en onweert het aan de horizon maar het komt niet dichtbij.

 

En het wordt laat. Pas tegen twaalven lopen we naar de trein om de camper te zoeken en om 1 uur in het donker draaien we weer de camping op en zoeken een unserviced spot. In de camper nog even met oma Amsterdam gebeld, daar was het negen uur ’s ochtends en die was dus net wakker, terwijl wij erg naar ons bedje verlangden! In bed liggen we nog even temijmeren over die wonderbaarlijke combinatie van kneuterige gezelligheid en professionele precisie die we vandaag gezien hebben.

From Montreal to Calgary..

Zaterdag 12 juli in Montreal Heel vroeg om 5 uur gaat de wekker van de telefoon af. Slaperig kleden we ons aan en 40 minuten later in het donker staan alle koffers voor de laatste keer in de Dodge Grand Caravan. Het is maar een kilometer van het hotel naar de vertrekhal, waar de balie van West Jet zo is gevonden. Het is maar een klein vliegveld hier gelukkig. Iv en M. brengen de auto naar Alamo, en omdat ze ook hier alle bordjes net een beetje te laat voor de afslag plaatsen (het is net een tomtom: nú rechtsaf !) kost dat twee rondjes om de parkeergarage, maar even later staan we netjes voor de incheckbalie. Are we good ? Yes!  R. blijkt bij de security-check nog een spray in de handbagage te hebben die groter is dan 100 ml en die verdwijnt dus in de prullenbak. De rugzak van Iv wordt – net als eerder op Schiphol - weer goed onderzocht vanwege een mondharmonica, maar overigens gaan er geen alarmen, ook niet op het per abuis ingepakte mesje. Eenmaal bij gate A42 eten we lekker een croissantje met een echte espresso, kopen nieuwe koptelefoons en precies op tijd stappen we het vliegtuig in.  We zitten met zijn vijven op rij 4 van 2x3 stoelen, met nog iemand die een Frans boek leest. Het wordt een rustige vlucht van 4 uur met een paar momentjes van turbulentie en vieze koekjes. Gelukkig kon Iv zijn benen even strekken op de eerste rij waar nog een stoel leeg was. Bij het opstijgen zien we nog een bosland met veel meertjes, ongeveer 50-50 verdeeld over land en water, maar al snel komen we helaas boven de wolken, die de hele eerste helft van de vlucht blijft hangen. De tweede helft laat zien dat het hele landschap slechts bestaat uit plat landbouwperceel, allemaal gekleurde vierkantjes en rechthoekjes met hier en daar een beekje of bergje.

In Calgary halen we de koffers op bij Jack, hier zijn de bagagebanden in de openbare aankomsthal, wel raar voor ons. Daarna bellen we de camperverhuurder, gelukkig kunnen we meteen komen en we pakken snel een taxi. Het adres blijkt dat te zijn van CruiseCanada, terwijl wij dachten dat het Canadream zou zijn, dat geeft wat verwarring. Maar we staan er wel op een lijst en we kunnen meteen een film zien. Daarna hebben we toch wat twijfel over de correctheid van deze camper. We hadden een iets grotere verwacht, de luxe en ruimte vallen wat tegen, hij is ingericht voor 4 personen terwijl wij toch met 5 zijn. Toch blijkt op papier alles te kloppen. Nadat we wat extra borden en bestek en een slaapzak hebben geregeld gaan we toch met goede moed op pad. Bij besluit en later ook in de praktijk is dit gewoon een goede accommodatie, hij rammelt wat meer dan De Borrel maar dat zal wel komen door de hobbels in de weg. Voor de rest blijken we er ons prima mee te redden, alleen jammer dat er geen bijl in zit voor het kampvuur.

 Van een Duitser hebben we voor half geld een ParkPass overgenomen die nog geldig is. Misschien is het maar goed ook, een iets kleinere camper. Vergeleken met de Dodge rijdt het Spartaans, windgevoelig, een keiharde vering. Toch staat alle kastinhoud gewoon los, wel vreemd. We rijden eerst naar een superstore, waar we naast wat benodigdheden ook een extra tas vinden en voor 5$ twee extra kussens kopen. Daarna eten we bij Rickies All Day Grill, het blijkt heel erg lekker te zijn en wat denk je: ze hebben er terijaki! De fles wijn laten we verstandig achterwege, though.  Daarna gaan we voor de eerste keer een hele grote supermarkt in. Wat een schappen zeg. Toch is het assortiment op een manier beperkt: je kunt 10 soorten pindakaas kopen, maar het is wel allemaal de zelfde pindakaas. Alleen het merk en de prijs is anders. Ook is het voor ons gevoel duur; minstens net zo duur als in NL. Later horen we ook van iemand uit de VS en van candezen zelf dat leven in Canada duur is. Maar met een goed gevulde kar rijden we naar de campground in Calgary Oost, Mountainview Camping, langs de Transcanada Highway 1, om onze camper verder in te richten en de nacht door te brengen. Vanwege de Calgary Stampede is het druk en zijn er alleen nog unserviced plaatsen zonder stroom en water, maar daar kunnen we wel goed mee leven – alle accu’s en watertanks zijn vol. 

De grootste meiden slapen op het vaste bed achterin, M. slaapt op de tafel die we in eerste instantie niet tot een bed kunnen omvormen. Op de eerste dag moeten we al bellen met de hulplijn! Maar het blijkt een probleem dat iedereen heeft (trust me sir, this happens all the time) waarmee ik dan weer denk “waarom lossen ze dat dan niet op”. Drie stevige klappen onder de tafel doen vanaf nu elke avond de truc. A. en Iv slapen in de overhang, dat zijn de bedden boven de stuurhut. Even wennen aan het lage plafond.

Onze Grand Western Adventure is begonnen!!

Go West!

Over enkele uren vliegen we naar Calgary om daar de camper op te halen. Ik heb geen idee of we in de rockies nog wel een beetje eenvoudig bij internet kunnen komen. Dus vanaf nu wordt het wat onregelmatiger misschien. We zullen ons best doen! Tot zover bedankt allemaal!

Granby

Onderweg van Quebec naar Montreal zouden we stoppen in Granby - en dat was een goed idee. Mooi weer, combi dierentuin en zwemparadijs, kan niet stuk toch ? Omdat het hier nu inmiddels midden in de nacht is (er waren wat probleempjes met de hotelkamer en we moeten ook nog heeeel vroeg vliegen) houde we het kort:

Quebec 2

Donderdag zijn we de hele dag op pad geweest in de oude stad. Quebec is de enige ommuurde stad van noord-amerika (zeggen ze hier) en bovendien bestaat de stad dit jaar 400 jaar - toch een respectabele leeftijd en dat vieren ze met veel vertoon. Onder andere een serie concerten (vandaag hoorden we de stone temple pilots soundchecken), kunst en tentoonstellingen, vuurwerk en je verzint het verder maar - er is van alles. Zo zwerven er ook een hoop straatartiesten rond die hun kunsten doen. Persoonlijk vond ik het niet heel erg hoogstaand. Niet dat ik het nou nadoe, maar volgens mij zijn we vreselijk verwend op cultureel gebied. Afijn de sfeer was heel erg goed en we hebben het erg gezellig gehad.

Als diner hebben we genoten van een kaas fondue en een raclette, in die zin dat de meiden erg snel toch maar liever een pannekoekje aten..

Quebec 1

Weer een heerlijk ontbijt genoten van Jean Guy en Deborah, deze keer wentelteefjes of op z’n Frans: pain perdu. Met een aardbei en maple-sirup uiteraard. A. kreeg er gewoon drie omdat ze het zo lekker vond. Voor de meiden was er nieuwe chocolademelk gehaald en de koffie was vers. Na het ontbijt moest er nog even worden betaald en hebben we een foto gemaakt ter herinnering aan deze bijzondere plek, waar we lekker even de tijd hebben gehad om de ervaringen te verwerken en nieuwe energie op te doen.

 Van andere gasten hadden we de tip gehad om naar een kathedraal te gaan kijken onderweg, en Jean Guy had ons verteld over een bijzondere plek met een watervalletje bij Port-au-Persil, ook op de route; zelf hadden we al het voornemen om de watervallen van Montmorency te bekijken. We hebben al deze plaatsen wel gezien, maar vanuit de auto; het regende de hele rit, en daarbij ook op het grootste gedeelte een stevige mist.

Vermoeiend rijden dus en daardoor duurde het ook wat langer dan verwacht. De meiden hebben we er niet over gehoord. Hoewel ook voor hen de rit wel eens langs duurt, zijn ze erg lief achterin.

 Dankzij de oplettendheid van A. vonden we met een minikaartje van Quebec al heel snel het hotel. Na het inchecken eerst maar even opgefrist en een pita-wrap gegeten om de hoek, terwijl R. met het thuisfront aan het chatten was. Daarna wilden we de stad gaan verkennen. Het is hier vol van festiviteiten vanwege het 400 jarig bestaan van de stad, ze pakken het groots aan. Tegenover het hotel is een tijdelijk openlucht familietheater, helaas vandaag dicht vanwege de regen, maar morgen wordt het mooi weer. Al na honderd meter liepen we vast in een winkel; deze speelgoedwinkel was namelijk nóg groter dan die in NYC en daaraan bied je geen weerstand. Deze was echt groot.Binnen werd A. op haar schouder getikt en toen ze zich omdraaide om te vragen wat er was stond ze oog in lamp met een zoemende en piepende robot ! Die was in elkaar gezet door de verkoper van de grotejongensafdeling: allemaal afstandbedienbare vliegtuigen, boten, treinen en auto’s. Verbazingwekkend wat die gemaakt had: het kon niet alleen vooruit en alle andere kanten op, het kon van alles bewegen met zijn gezicht, water spuiten, een hand geven en wat al niet. Daarnaast had deze verkoper zich uitgeleefd op een zeppelin, een helicopter en een vliegtuigje. Werken in een speeltuin!Ook voor meisjes was er van alles te koop. We hebben ons dus weerzinwekkend ingehouden en nog geen 100$ souvenirs gekocht.

Daarnaast werden we de muziekwinkel van Richard ingezogen, zoveel mooie gitaren;

en morgen komt Tony Levin er signeren, een bassist die veel samenspeelt met mijn muziekhelden en een pionier is op een nieuw snaarinstument :de stick. Lijkt me wel gaaf om eens te zien hoe dat er aan toe gaat, maar het ligt ook een beetje uit de route van het centrum waar we morgen heen willen. Het weer zou morgen in elk geval beter worden. Vandaag dus maar (na het eten van een tegenvallend broodje kebab) op tijd het hotel weer in, zodat het speelgoed nog even kan worden uitgepakt. We kijken al uit naar een stevig ontbijt morgen!

Tadoussac 2

We werden dinsdag wakker tijdens een buitje, het was een heel gezellig geluid. Onze family room is beneden in het souterrain, grenzend aan het trapportaal waar nog twee kamers en een douche aanpalen. Tussen half en acht werd iedereen een beetje actief, zodat we even na achten naar boven stommelden voor het ontbijt. En wat voor ontbijt! Jean Guy is een echte enthousiasteling die voor iedereen mini-pannekoekjes bakt met een aardbei, koffie, fruit, geroosterd brood, hij staat het allemaal klaar te maken aan het aanrecht terwijl je er zit te eten. Heerlijk wakker worden zo. Want de koffie smaakt waarempel ook nog naar koffie.

 Omdat de regen aanhield, hebben we maar even rustig aangedaan. Beetje internetten, verhaaltjes en foto’s bijwerken, boek lezen, spelletje tafelvoetbal en pool in La Dependance (de garage dus), een loopje door het stadje.. wat een poppenhuisstadje is dit, letterlijk lijken de huisjes wel van de poppenhuistekentafel te komen. Gedeeltelijk door de tierelantijntjes waar ze hier kennelijk gek op zijn, maar ook gewoon door de architectuur: laag, veel kleine raampjes, hekjes en kapelletjes, afgewerkt met lieve kleuren.

 We hadden van de andere bewoners iets gehoord over de zandduinen van Tadoussac, en ook vanaf het water hadden we al lichte vlekken tussen de bergen gezien. We zijn er even heen gegaan, maar het regende daar dus ook gewoon.

Nog het avontuur gezocht op een onverharde landweg, maar een wel heel diepe scheur verhinderde dat.

Toen we weer bij het honk aankwamen waren ook de vissers weer terug met hun vangst: 7 cods, die vakkundig werden schoongemaakt. Vanwege het weer zouden ze die dag echter niet meer op de houtskool worden klaargemaakt, helaas.
 ‘sAvonds hebben we diverse restaurantjes bekeken, maar ofwel de kaart ofwel de bejaarden ofwel de frituurwalm stonden niet aan, dus we kwamen weer terecht bij de pizzeria hier om de hoek. Vanavond na een rustig-aan-dagje vroeg naar bed, want morgen Quebec-centre-ville!

Tadoussac 1

Het oorspronkelijke plan was, vanwege de afstand tot Tadoussac, zondag onderweg nog ergens te overnachten. Clyde van de Lakeview had ons echter verteld dat het slechts vijf uur rijden is naar Edmundston, daarna zou het nog een uur moeten zijn naar Riviere du Loup, dus we besloten om in elk geval zo ver mogelijk te komen en misschien wel in Tadoussac te arriveren. Om die reden hebben we gewoon de kortste snelste route genomen en niet de route langs de kust die 50 km langer zou zijn en minder snelweg bevat. Al met al een afstand van 650 km. Om kwart over negen reden we weg, na een ontbijt van zelfgesmeerd brood en cake. En ontdekten we ook een nieuwe feature van de auto: een binnenspiegeltje.

De baai van Fundy hulde zich in de mist toen we wegreden:

 

Dat wegrijden gaat steeds soepeler. Iedereen heeft zijn eigen kledingtas en handbagage, de meiden hebben ook steeds meer discipline in het bijeenhouden van hun spullen, dus in principe is het tas pakken en instappen. Dus de eerste driehonderd kilometer gingen al gesmeerd, op een noodstop na om een eland in de berm te bekijken. Een heuse eland ! zomaar naast de snelweg !

We zijn overgestoken van Riviere du Loop naar st Simeon, vaartijd 65 minuten. We waren om ongeveer half vier bij de kade, net een beetje tekort tijd om door te rijden naar het veer van Trois Pistoles naar Les Escoumins, maar te laat voor de 14:45 dus. De wachttijd hebben we benut om in mijn beste Frans via de services van het Bureau de Tourisme te bellen naar wat hotels en motels om een slaapplaats te vinden aan de overkant. Bij de vijfde was het raak, we konden terecht in hotel Chant Martin in Tadoussac. 145$ inclusief ontbijt en directions – in het Frans uiteraard, dat wordt nog spannend. Uiteindelijk bleken we er na de pont van Tadoussac zelf recht tegenaan te rijden. Op het veer naar Simeon hebben we gegeten, het is net de boot naar Terschelling, als je buiten loopt ruik je de frituurlucht al. Alleen hier hoef je niet te wachten aan een loketje, je kan gewoon aan de bar gaan zitten en je wordt netjes bediend. We hadden een leuk gesprekje met een paar Quebecois, de meeste mensen hier zijn erg geïnteresseerd en knopen graag een gesprekje aan. Vaak begint dat met een plompverloren “where are you from ?” bij het horen van een vreemde taal, maar dat wordt op een manier uitgesproken dat je je uitgenodigd voelt om dat te vertellen.

Maandagmorgen werden we wakker in de motelkamer van ChantMartin en na een snelle douche hebben we aardig ontbeten in het naastgelegen restaurant. Eieren met spek, slappe koffie en ijsthee, service not included. Dat werd er op een aardige manier door de serveerster bijverteld zodat we vooral de gelegenheid hadden om te tippen. Ook zo iets waar we wel aan moeten wennen, bij de meeste gelegenheden is bediening niet inclusief en is het personeel terecht blij met een extraatje. Ik moet zeggen, de meesten doen ook erg hun best en verdienen het. Ook al omdat voor onze referentie het eten goedkoop is, doen we er lekker in mee.

 Daarna zijn we met de auto naar Le Roupillon gereden, vlakbij de haven, in het pittoreske dorpje. Alle huizen zijn hier net een poppenhuis. Heel lief.

Jean Guy en zijn compagnon Deborah ontvingen ons hartelijk, met advies over de walvisboten, want door het mooie weer hebben we gisteren al voorgenomen vandaag met de boot erop uit te gaan. A. stapte over haar reserves heen en ondersteunde een Zodiac-type of whale-watching. Dus voor 300$ hebben we kaarten gekocht en advies gekregen: kleed je dik aan, neem handschoenen en mutsen van ons mee, en je regenpak. We hadden nog een paar uur voor de afvaart, en die hebben we besteed aan een korte wandeling om de kop van de haven, en daar hebben we onze eerste Beluga’s al gespot !

Dus vol opwinding trokken we begin van de middag de zoutwaterkleding aan van de organisatoren en puffend en zuchtend van de warmte stapten we aan boord. Maar die laagjes zijn wel ergens goed voor: het water is hier maar 4 graden, en de lucht erboven is dus navenant koel. En in een Zodiac word je ook wel eens een beetje nat, vooral met de golven die ze hier hebben. De stromingen van de 275 m diepe St Lawrence en de 100 m diepe Saguenay komen hier namelijk op een ongelooflijk fascinerende manier bij elkaar, het levert een schouwspel op van branding, brekers, grondzeeën en golven.

Kennelijk voelt veel zeedier zich hier thuis. Er is een soort permanente kudde Beluga’s van 100-150 dieren en al direct buiten de haven zagen we die vlak bij de boot. Ze mogen er niet te dichtbij komen van de wet. Als de dieren echter vlak bij je boot oppoppen, kan niemand er wat aan doen. Als een walvis is gespot, wordt dat aan alle boten doorgegeven en zo drijven er dus een boot of 15 in een kringetje rond om te wachten op het volgende moment dat een walvis moet ademhalen. Klik-klik-klik en weg is ie weer. In een enerverende tocht van drie uur hebben we Minke-whales, Beluga’s, blue whales en zeehonden gezien (althans - de ruggen. zw wilden vandaag niet erg veel salto's maken helaas). Soms erg dicht bij ! Vaak was het I. die ze het eerste zag, snelle ogen heeft die. Geweldig hoor ! Alleen al de opwinding van snel varen, de spanning waar een dier opduikt, geeft een adrelaninekick, en ook al zie je feitelijk niet eens zo erg veel, het is wel heel erg imposant. We voeren in een boot met 450 PK onder de vloer, 24 zitplaatsen en een enthousiaste kapitein. Vol van de ervaring hebben we die even zitten verwerken met een wijntje in de tuin van Le Roupillon, tussen twee stel Quebecqois die hier zijn voor de forelvangst. Heel relaxed.

Fundy 3 - het park

Zaterdag hebben we een kaartje gekocht dat toegangsrechten geeft voor het NP Fundy. Beladen met verse broodjes van de bakker en een treetje waterflesjes reden we het park in. De eerste gang was naar de Dickson Falls, een korte trail langs een kabbelend watervalletje. De meeste andere trails zijn echte hiking trails, waar je je goed op moet voorbereiden en minder geschikt voor kinderen. Maar deze was klein maar fijn: veel mooie plekjes in een koel open bos.

 Daarna zijn we met de autp naar Point Wolf (in Fundy) gereden en dat was een kadootje. Wat een mooie plek, rond de overblijfselen van een oude molen en een vernieuwde covered bridge stroomt een beekje in zee, het water is er prachtig blauwgroen, niet al te koud, je zou er zo inspringen. Dat hebben we niet gedaan, wel weer zo’n leuk gesprekje gehad met een Canadese boer uit Ontario die wou weten where we were from en wat grond in Nederland kost per acre.

 

We wisten dat er een verwarmd zoutwaterzwembad was in het park, maar dat bleek echt zo’n rechthoekige bak met niks er omheen, dus onder protest van M. zijn we doorgereden naar een meertje, waar de meiden toch nog lekker hebben gezwommen.

Tegen vijven zijn we via de wasmachine in de Lakeview naar de Broadleaf Restaurant gereden voor een lekkere Ceasar Salad, zalm op toast en kip champignon roomsaus. Voor de laatste keer reden we langs de haven van Alma. Omdat we de volgende dag  een flink stuk zouden rijden lagen we er vroeg in, met schone kleren in onze tassen. 

Fundy 2 - Hopewell Rocks

Hopewell Rocks is een indrukwekkende plek, waar steile klippen afdalen in de zee, en waar je bij laagwater omheen kan lopen - en onderdoor. De klippen worden gevormd door erosie van twee gesteenten met verschillende hardheid; het vulkanische harde steen van 700 miljoen jaar oud en een zachtere conglomeraat van zandsteen, dat de helft jonger is en met snelheden tot twee voet per jaar wegslijt. Slechts 12000 jaar geleden was hier de ijstijd nog heersend. De canadezen hebben er een bezoekerscentrum  bij gezet, een paar paden en bordessen aangelegd en ze patrouilleren bij laagwater. Dat is ook wel nodig. Op deze plek is het getijdeverschil 12 meter (de hoogste verschillen zijn aan de overkant van de Bay of Fundy, in een creek op Nova Scotia), dus het water komt echt als een dolle op. Het personeel heeft schema's met het aantal minuten dat beschikbaar is om om de klippen heen te lopen met droge voeten. Alleen de voorspelbaarheid is niet zo groot; er zijn teveel invloeden die nog niet zijn gemodelleerd, zoals wind en oceaangang. Er hangt dan ook terecht een bord, dat je vertelt niet in paniek te raken als je per ongeluk toch wordt ingesloten. Klim in plaats daarvan op een rots tot boven de zeewiergrens, wacht een paar uur en klim er dan weer af..

Hier hebben we een tijdje rondgelopen op de bodem van de zee, zoals ze het noemen.  

De telefoon heeft hier geen bereik. Dus om 8 uur zijn we terug gereden naar de Lakeview Inn, en daar troffen we de eigenaar Clyde die ons warm verwelkomde, en meteen doorstuurde naar de Broadleaf restaurant, omdat de keuken om 9 uur dicht gaat. In de Broadleaf hebben we heerlijk gegeten, moet je maar zien hoe dik de salmon sandwich zijn:

Fundy 1

Het moet gezegd, hoewel de cabin nogal wat mankementen had, was de plek perfect! Op de oever van de rivier, met nog een paar meter getijdeinvloed van de nabijgelegen oceaan, en op het moment dat wat we wakker waren was het net laagwater. Dus de kids konden lekker op onderzoek, nan het ontbijtje (geroosterd brood met jam en pindakaas (voor de kenners: niet die met de blauwe deksel). We waren gewaarschuwd voor drukte bij de grens (fourth of July in de US, einde van een feestweek van Canada) dus we gingen lekker op tijd weg. Viel dat dus nog even mee ! Geen rij, een paar vragen van een aardige canadese douanier en we waren erdoor. Niks aan te geven ? Nee hoor. Alleen maar souvenirs.

In Canada was het een paar honderd meter over de grens al raak: een winkeltje - met knuffels. M. kon haar slag slaan. Dit winkeltje had knuffels, maar vooral knuffelhandpoppen in alle soorten en maten. Echt leuk ! Uiteindelijk was een zwijn de gelukkige zesde passagier vandaag.

Nu beginnen we in het Canada te komen wat we ons voorstelden: leeg. groot. wijds. mooi. Niet overal, maar toch hebben we al stukken waar we niemand anders zien dan ons zelf. We verbazen ons over de mooie vergezichten.

En over het tijdsverschil. In New Brunswick, zoals dit dele van Canada heet, is het opeens een uur later dan op de zelfde lengtegraad aan de US kant. Zodoende kwamen we toch pas weer om een uur of 3 aan bij het appartement van Clyde en Vriginia. Maar niet nadat we voor het eerst in de coffeshop van de keten Tim Hortons hadden gegeten - een aanrader, ook weer volgens kenners. Ik zeg: kom er niet. Het is allemaal veel te lekker. Heerlijke donuts en koekies bij de koffie (die blijft slap overigens) en het ergste is: het vult allemaal wel maar je houdt er toch trek van, dus je hebt nooit genoeg.

Bij Clyde en Virginia bleek even niemand thuis, dus we zijn maar meteen doorgereden naar de Hopewell Rocks, waarover in een volgende post meer (het internet is hier zo traag dat het bijna terugstroomt, dus foto's uploaden is tijdrovend). Eén voorproefje:

Boston

Het hotel in Boston (of eigenlijk Medford, een suburb van Boston) was een heerlijke ruimte, van alle gemakken voorzien en vooral van een enorme TV. Heel erg goed over nagedacht ook, want via een apart paneeltje kon je er vanalles op aan sluiten. Alleen jammer dat ze hier NTSC-formaat hebben en onze PAL-video dus een zwartwit beeld produceert. Nickelodeon en Oprah waren daarentegen goed te ontvangen. Veel tijd om ervan te genieten hebben we niet genomen. De andere gemakken (een lekkere douche, veeeel ruimte, high speed internet, koffiebar) leidden tot een ontspannen nacht. Wel weer typisch vond ik dat de airco-ventilatoren buiten op de grond een zodanig luid rammeltje hebben dat de hele vleugel aan die kant 'snachts wakker ligt. Ik heb er even over gedacht om de werkschakelaar uit te zetten, maar uiteindelijk hebben we er niet minder om geslapen. Zo langzamerhand ontstaat bij ons het beeld dat de Amerikanen goed zijn in het neerzetten van van alles en nog wat,  maar vervolgens geen interesse meer hebben in het in goede staat houden ervan. Je ziet het aan de wegen, bruggen, interieurs in restaurants enzo, en ook het schilderwerk van de huizen dat niet wordt bijgehouden.

We waren vroeg aan het ontbijt in het hotel, de eerste keer eigenlijk dat we een verzorgd ontbijt hebben in het hotel zelf. Daar hebben we goed van genoten! Lekkere geroosterde broodjes met fruit en koffie, sap, jam en yoghurt. De koffie is slap, overigens, dat is voor iemand die gewend is om wakker te worden op espresso's wel een beetje wennen.. Heerlijk weer dus we zijn snel nog even Boston in gereden, naar de markthallen van Faunueil, in het oude centrum. Heel gezellig en je hebt ook het echte Cheers cafe - de binnenkant want de buitenkant is op een andere locatie. Ik kreeg van vriend P. net een mailtje, die heeft net de buitenkant gefotografeerd. Kleine wereld.

Om een uur of 1 moesten we wel vertrekken, want naar de volgende stop is het nog ver. Vooral de laatste ruk, nl via de 9 naar Calais, bleek een misrekening: daar waar het op de kaart lijkt alsof je over de provinciale weg naar Den Helder rijdt, bleek het 1 weg zonder stoplichten van 200 km lang. Calais ligt aan de canadese grens, en de door ons gereserveerde Cabin bij Heslins lag nog aan de amerikaanse kant. Tegen het donker waren we er. Bij de ondergaande zon (die je niet kon zien hoor, het was een beetje bewolt geworden) hebben we in het restaurant heerlijk gegeten, naast een paar US-Bikers die op rondrit waren.

Wat een plek ! Het ligt aan een rivier, die onder invloed van de atlantic eb en vloed heeft. Het ruikt er een beetje naar het wad, heerlijk. In het pikkedonker reden we naar de cabin, wat niet mee dan een oud vervallen houten hok bleek te zijn, met enge kraakjes en zolderluiken (R. had net een thriller uitgelezen en deed de sfeerbeelden). Vechtend tegen de muggen hebben we de bagage naar binnen gegooid en zijn gaan slapen.

Omdat we moe waren is dat ook wel gelukt. En toen we sochtends wakker werden kregen we de beloning:

NYC - Boston

Vanmorgen werden we heerlijk uitgerust wakker en we verlangden eigenlijk allemaal naar een ontbijtje. Snel bakkie koffie in het hotel, en hup weer naar het tentje van gisteren waarvan we weten dat ze normaal ontbijt hebben. Lekker brood met aardbeien gegeten en scrambled eggs met een fruitshake. Met een echte yorkse taxi zijn we naar Battery Park gereden, maar daar stond een rij van een uur voor de ferry naar het vrijheidsbeeld en dat duurde ons te lang. Die bewaren we wel voor de volgende keer.

We zijn door het financial district teruggelopen, maar ze herkenden me niet zonder stropdas. Nog wat fotos gemaakt van wolkenkrabbers en een paar t-shirts gescoord.

Met de taxi terug naar het hotel om de spullen op te pikken en de auto uit de parkeergarage om de hoek. Zo'n service waar iemand je auto in een donker gat brengt met een lift, want echt veel ruimte hebben ze er niet. Maar deze maakte het wel een beetje bont, want probeerde me een bill te serveren van 120 dollar voor twee nachjes.. ja dag, me from Amsterdam dus don't fuck with me. Now get my car! Dat begreep ie wel en dus werd het een normal gereduceerd hotel-tarief van 66$. Ik heb nog even overwogen om ook de barst in de voorruit in zijn schoenen te schuiven, maar dat kost weer zoveel tijd.. die barst hebben we van een steentje uit een vrachtwagen voor ons, en is inmiddels gegroeid van 25 naar 50 cm. Waar is Carglass when you need one ?

onderweg naar Boston; de reis begon erg traag door de files uit NYC (de weg hadden we vrij snel gevonden deze keer) dus de meiden zijn het naar buiten kijken ook wel eens zat

wat ook wel logisch is

wij vielen daarentegen van de ene verbazing in de andere: een echte aanwijzing !

en zo naderden we alweer Boston. Morgen even sfeer proeven en dan weer door naar het Noorden !

NYC !

In Bath waren we weer redelijk vroeg wakker, wat natuurlijk lekker is als je sowieso nog een lange dag voor de boeg hebt. Lang want toch nog zo'n 4-500 km rijden naar New York City. Buiten het hotel in Bath bleken een soort bevers te slapen, met een korte staart dus het was iets anders, maar het zag er leuk uit om ingesloten tussen de wegen en hotel een hele burcht te zien (twee meter hoog !) met een antal  van die beesten er omheen.

De rit was rustig en wordt hier ook snel saai, omdat je maar 90 of 110 km per uur mag waar je gevoelsmatig wel 180 kan. Als daarbij de crew achterin ook nog drie uur Titanic zit te kijken.. De jetlag speelt ook een rolletje in combinatie met de verschoven eettijden en eetpatroontjes. Bij gebrek aan een normaal ontbijt hebben we nu al twee dagen op muffins en koekjes gestart. Onderweg hebben we heerlijk een uurtje aan een forellenrivier uitgerust en de nieuwe telelens geprobeerd. Het laatste stuk naar New York leverde wel wat stress op zonder tomtom. Nog niet helemaal gewend aan de bewegwijzering vielen er zo nu en dan wat teleurgestelde woorden van en naar de kaartleeshoek. Maar toch - zonder veel file en met een versterkt huwelijk reden we in de middag over Washington bridge Manhattan op. Indrukwekkend! Zoals de Pyreneeen vanaf de Franse kant beginnen, zo zit je hier opeens onder de wolkenkrabbers. Via WestSide, Wall Street en Broadway hebben we -zonder kaart- Broome street gevonden en na nog een blokje om wilde een agent wel even wegkijken van het parkeerverbod om ons uit te laten stappen voor het hotel. 5$ betaald aan de kruier voor de hoge snelheid.

We zitten hier precies tussen little italy en little china, wat ene heksenketel. Lekker gegeten in een italiaans restaurant, gelukkig zaten we tijdens de hagelbui net droog binnen. En toen ging het lichie wel it bij iedereen. I. en ik hebben nog even een rondje gelopen langs een playground, het leven gaat hier ook snachts door en da's gezellig. Het hotel had daar op in kunnen spelen met een betere geluidsisolatie, maar ach. Zo zijn we tenminste weer lekker vroeg wakker. Lekker ontbeten in een ontbijttentje, metrokaartje gekocht, en (na de verkeerde metro te hebben gepakt, ondoorgrondelijk systeem, let op de woordspeling) zijn we de stad in gegaan: 42nd, rockefeller, central station, central park, 34th, fao schwarz (de grootste speelgoedwinkel) en times square. Vandaag maar eens gegeten bij de Mac.

In Bath stond deze typisch amerikaanse auto

Het ontbijt was lekker vandaag - met echt brood

Wolkenkrabbers

Rockefeller plaza

Op de top of the rock

Nog een wolkenkrabber

De grootste speelgoedwinkel FAO Schwarz

Even uitrusten in Central Park, even uit de herrie

Times Square

Niagara Falls..

Vanmorgen om 5 uur zijn I. en M. alvast maar begonnen met een filmpje te kijken, in NL was het dan al 11 uur en dat weten ze goed te onthouden. Ondanks wat lawaai van de bovenburen in het holst van de nacht,  waardoor we wakker waren geworden, was iedereen toch vroeg wakker. Van de nood maar de deugd gemaakt en op tijd vertrokken na een geroosterd broodje en als gevolg daarvan een brandalarm van de rookmelder. Bovenburen ook weer gelijke munt :)

De rit naar Niagara liep goed en zonder tickets, maar niet iedereen wist te ontkomen aan de highway mounties:

Niagara is leuk, als je de stad inrijdt zie opeens de watervallen voor je, als je het helemaal  nog niet verwacht. Er is een pad vlak bovenlangs, en al dat water is echt indrukwekkend. Omdat je er toch al zo dichtbij bent, hebben we de boottocht maar overgeslagen. We zagen al die mensen in hun blauwe regencapes verregenen en verwaaien en we hadden er opeens niet zo'n zin meer in. Na de falls wilden we in Niagara on the lake nog wat eten, daar kregen we een hagelbui op het dak en in regenachtig weer zijn we toen naar de grens gereden bij Buffalo.

Daar moesten we de auto parkeren en naar Door #1, toen naar Door #3, maar na een uur hadden we toestemming en paspoorten weer terug, konden we bij Door #2 nog even naar de restroom. Een hele aardige grensbewaker heeft ons de weg uitgelegd, zodat we in elk geval de goede kant opgingen. De auto heeft nl geen GPS en hoewel kaartlezen zijn charmes heeft, is een tomtom op sommige momenten wel eens handig.

In Bath hebben we een Super8 motel gepakt, met zijn vijven in een kamer na een pizza bij de Pizza Hut, die zeer smakelijk was. We waren eerst naar een family-restaurant geweest, maar daar stonden dingen op het menu die we allemaal niet lekker vonden. Morgen naar New York City !

Toronto..

Eindelijk zo ver ! Zaterdag om vier uur op ( I. was zelfs al eerder wakker !) en om half vijf stonden B. en R. bij ons voor de deur om ons naar Schiphol te brengen. Het was nog vroeg en we konden zeer soepel inchecken, we kozen stoelen uit achter elkaar voor een maximaal uitzicht. De rugzak met de spullen van Iv had een afwijkend formaat en moest op een andere kar, maar ook die zouden we in toronto terug vinden op de band. Op schiphol hebben we nog wat gegeten en gedronken, wat spulletjes gekocht (hebben is hebben nietwaar) en een uur voor vertrek begon Air Transat te boarden. De plekken waren ruimer in de lengte dan ik gewend ben, maar wel smaller dus het was een beetje inschikken. Niemand gewond geraakt en uiteindelijk heeft iedereen zelfs nog een beetje geslapen, zelfs M. maar dat kan niet lang geduurd hebben. Na een rustige vlucht, over een wolkendek zonder uitzicht en een heel klein beetje turbulentie, stonden we 8 uur later op de luchthaven van Toronto.

De auto van Alamo was goed geregeld. Het was heel even wennen aan de automaat en nog steeds een beetje wennen aan de stoplichten die hier na de kruising staan in plaats van ervoor. Het verkeer is heel relaxed, dus dat komt wel goed. En die auto - die is groot. We zullen niet snel ruzie krijgen denk ik met die ruimte !

Na de koffers in de B&B te hebben gezet en een beetje opfrissing, hebben we downtown een parkeergarage opgezocht en voor de tweede keer vandaag geluncht. Ik kan nog niet beoordelen of het typisch toronyo is, maar de rokjes zijn hier lekker kort.

Toen was het toch alweer vier uur, en hebben we gekozen voor de hippo-tour. Want de toren zat nog in de wolken, en onder de grond in Path (27 km gangen en winkels) zie je toch ook niet veel van de stad. De gids in de busboot deed het erg leuk en Toronto ziet er uit als een heel gezellige stad - jammer dat we alweer weg gaan, maar dat zullen we nog wel een paar keer voelen denk ik.

Ciao Bella..

Het regent hier, het is een vieze stad, te veel italianen, dus we gaan alleen nog even naar het laatste avondmaal van Leonardo en dan vlieg ik weer naar huis!

 en oh ja, volgens de milanese taxi chauffeurs gaat Nederland maandag winnen van Italie..

Voor en vrouw die alles al heeft....

Mijn moederdag kadootje, hoe kan ik die nu overtreffen de 15e?

Ik heb een alibi..

Want wij stonden een ijsje te eten met mijn schoonfamilie. Overigens een tip voor de onderzoeksjournalisten onder ons (Peter R. , ik weet dat je meeleest!): het is wel vreemd dat de helikopters al in de lucht hingen voordat de schoten waren gelost !

Wij waren speciaal met de borrel naar Alkmaar gevaren om een spijkerjas voor I. te kopen, maar daar kwamen we niet mee thuis. Wel met een lading speelgoed, een kado voor de verjaardag van M. (gefeliciteerd nogmaals !), bokshandschoenen voor R., nog niet nader te benoemen objecten voor moederdag, en alsof dat niet genoeg is als klap op de vuurpijl een nieuw mobieltje voor A. Supercool! Maar die laat ze zelf wel zien.

Koninginnedag in Purmerend......

Ik mag nu toch wel zeggen dat we traditiegetrouw ook deze koninginnedag met de groentjes hebben door gebracht. Het zesde achtereen volgende jaar liepen we door Purmerend.

Hier onder twee kleine meisjes die vanaf 2003 al met ons mee slenteren door het stadje! Even een korte impressie,

6 jaar koninginnedag Femke en Mara........

Hoera Hoera Hoera

Waar is makkelijker aan te komen in ons landje?

        

Kleine meisjes...

Deze is gezelliger hè Marien....

Chappati mislukt....

Dan kan je altijd nog een broodje halen bij

Toch?! (zie hier onder de grap die ik op mijn werk uithaalde / en ik mag donderdag gewoon weer komen!)

Met dank aan de medewerking van Boer Geert Zaandam!

Beste Fax-klant

Zoals u weet is de gemeente Zaanstad momenteel druk bezig met de aanleg van de Zuidelijke Randweg. Naast de gevolgen voor het verkeer heeft dit ook een grote invloed op de bereikbaarheid van Boer Geert. Na veel touwtrekkerij tussen de gemeente en Boer Geert over problemen waar wij u niet mee kunnen en willen lastig vallen, hebben wij een moeilijk besluit moeten nemen.

Wij zijn genoodzaakt om onze vestiging in Zaandam als gevolg van de ontwikkelingen per direct te sluiten. Aangezien deze maatregel zeer snel intreedt hebben wij ervoor gekozen onze vaste klanten met behulp van de bij ons bekende fax-gegevens op de hoogte te stellen.

We hopen dat u begrip heeft voor de ontstane situatie. Heel graag begroeten wij u als klant in onze vestiging op de ten katestraat 75, 1053 CA Amsterdam, Tel/fax: 020 6127703

Met vriendelijke groet, het team Boer Geert Zaandam

Openingstijden:  Di, Wo,en vrijdag van 7:30 uur t/m 18:30 uur    Donderdag van 7:30 uur t/m 20:00 uur   Zaterdag en Maandag van 8:00 uur t/m 18:00 uur  

TIP...voor als je de chappati ook eens wilt proberen.

*In plaats van de sperzieboontjes heb ik peultjes gebruikt, even de kook erover en klaar voor door de kip.

*Het kipmengsel heb ik wat verrijkt met stukjes champignons (heel bakje).

*De chappati's die in het pak zitten zijn lekker van smaak, maar wanneer ze uit de magnetron komen en je vult ze met je kip/champ/peul-mengsel, zijn ze ietwat taai om lekker gemakkelijk te snijden, én eten. Vooral wanneer je met je bord op schoot een film probeert te kijken! Dus deed ik het bij onze tweede gang anders: de chappati's in kleine stukjes gesneden en door het kip-mengsel gedaan...even mee opwarmen in de pan....mmmmm, best lekker.

*Het sausje dat erbij zat, wat je met yoghurt moet aanmaken vond Iv wel lekker, ik zelf deed er mijn "hoogstandje" , bieslook/knoflook-saus bij!

Ik zou zeggen: gewoon zelf eens proberen. Eet smakelijk!

Chocolade....

Terwijl de mannen op kantoor in een chocoladedepressie zitten (variant op voorjaarsdepressie) nu de paashaas weer vertrokken is, stappen Iv en ik vanavond af van ons geloof....geen teryaki vanavond maar.....

Natuuuuuurlijk wel met chocola toe, wordt vervolgd.....

Groot verdriet...

En toen was er nog maar één.....

En ook die ene heeft ons vandaag verlaten.  Al weken ging poes steeds meer achteruit.....letterlijk en figuurlijk, want vooruit lopen was niet meer zo gewoon. Twee keer per week deden we haar onder de douche en zo'n vier keer per dag gaven we haar eten, want dat ging er nog wel lekker is. Maar het werd toch wel heel snel een oud besje.

Gisteren middag heeft ze op een handdoek bij ons in de huiskamer gelegen en hebben de meiden al afscheid genomen. Volgens I. wilde Rembrandt niet dood, want toen ze naar bed ging leefde ze nog. Toen ik zelf uiteindelijk ook naar bed ging heb ik 'r in een doos in de huiskamer laten liggen, waar ik haar vanmorgen in vond, dood. Nu ligt ze op ons privé dierenkerkhof onder de Rodondendron en wanneer die in mei weer mooi in bloei komt te staan zullen we allemaal wel weer aan haar denken, ze hoorde toch bij ons stukje geschiedenis van de afgelopen twintig jaar. Dag lieve Rembrandt.

Ons beugelbekkie...

kwam doodmoe uit school...

Maar na een paracetamolletje kon ze ook weer lachen...

De binnen-beugel moet ze over ander halve week 24 uur in hebben en de buitenboord 14 uur per dag. Dat zal dan wel 's nachts worden, maar voor die tijd moet ze de uurtjes eerst opbouwen. Vandaag moest ie 6 uur in, de buitenboord 4 uur, dus dat deed ze dan maar even op school, kan ze vannacht lekker doorslapen. Na school even op de bank met een paracetamolletje, want het is toch wel erg vermoeiend zo'n beugel die continue aan je kiezen trekt. Ben trots op der!!

Zondag.....

Klusdag....

en nee,

Iv hangt hier niet over de pot! Gisteren niet aan de wijn gezeten en ook geen DT gekeken! Dat kan toch niet na Idols, da's net als een lekker harinkje eten en daarna meteen je tanden poetsen brrrrr....nee we krijgen een nieuwe wc-pot in de badkamer...Nu maar hopen dat Hornbach de rails voor onze nieuwe grijs/zilveren lamellen ook grijs gaat spuiten, dan kunnen we het project badkamer ook afsluiten.

Het lijkt wel lente

Heerlijk zo'n weekendje! Lekker shoppen in Haarlem, onder het genot van een wijntje Catannen met lieve vrienden, nee lieve D, we nemen geen wraak.....en zondag lekker uitgewaaid op het strand. Weekendje afsluiten bij andere lieve vrienden op de bank achter een pizza en mee-singalongende-kids op de achtergrond. Kom maar op met de lente!

Kleine meisjes....grote verdrietjes

Vrijdag is Mara's hamstertje Pif dood gegaan. Pif was heel lief......Samen met Ivor heeft ze hem begraven onder de Rhododendron.

Rupskraan Julianabrug stort bijna in Zaan

Zouden de japanners het kiekie ook hebben? Rianne vond ze al irri op de brug, "maar op de pont zijn ze nog vervelender mam". "joe piktjer?!" dankoe.

Onze "shaking crea-ties"

't is weer donderdag..........en zondag ook...